Herhaling grammatica kader-2

Wat krijg je achter de bezittelijke voornaamwoorden bij vrouwelijk en meervoud? (Man = mein vrouw =?)
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat krijg je achter de bezittelijke voornaamwoorden bij vrouwelijk en meervoud? (Man = mein vrouw =?)

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Diapositive

Hoe zeg je in het Duits: Dat is mijn boek? Boek = o
A
Das ist meine Buch
B
Das ist mijn Buch
C
Das ist mein Buch
D
Das ist dein Buch

Slide 3 - Quiz

Hoe zeg je in het Duits:
(onze) ......... Eltern (mv) spielen Tennis
A
Unsere
B
Unseren
C
onze
D
Unser

Slide 4 - Quiz

Sleep de juiste vervoeging van het werkwoord "möchten naar het juiste persoonlijke voornaamwoord. 
ich 
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
möchte
möchtest
möchte
möchten
möchtet
möchten

Slide 5 - Question de remorquage

De maanden

Wat is de maand mei in het Duits?
A
der März
B
der Mai
C
der Mei
D
der Februar

Slide 6 - Quiz

Schrijf in het Duits alle maanden op die je weet. 
De Duitse maanden

Slide 7 - Carte mentale

Welk woord zet je in het Duits voor de maand als je wilt aangeven in welke maand iets gebeurt?

Slide 8 - Question ouverte

De Datum
Hoe zeg je in het Duits: Op 5 december.

Slide 9 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Duits:
Op 14 februari. (met alleen getallen en punten)

Slide 10 - Question ouverte

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 11 - Question de remorquage