Wolken

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 3-5

.

In de wolken ...

Deze lessenserie start a.d.h.v. de actualiteit.

Wereldoriëntatie

Na deze les:

• weet ik hoe neerslag (regen, sneeuw, hagel) ontstaat.
• weet ik welke soorten wolken we kennen.
• kan ik aan de hand van de wolken voorspellen welk weer het wordt.

Dit ga je leren

Lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

Van wolk tot regen

• Wolken ontstaan doordat de zon het water in de zee verwarmt en verdampt.
• De warme lucht stijgt op. 
• Hoger in de lucht is kouder en de waterdamp verandert in piepkleine waterdruppeltjes.
• Miljoenen druppeltjes bij elkaar vormen samen een wolk.
• Regen of sneeuwt!

Stapelwolk

• Dikke wolken waarvan de randen duidelijk kunt zien. 
• Lijkt op een bloemkool.
• Stapelen op in de hoogte (maken torentjes).
• Als de zon erop schrijnt, zijn ze vaak spierwit. De onderkant is donkerder. 
• Als er mooi weer aan komt.

Buienwolk

• Donderwolken: regen, sneeuw of onweer. 
• Heeft een donkere kleur.
• Zitten dicht op elkaar.
• Soms in de vorm van een paddenstoel.
• Je parablu kan open!

Schaapjeswolk

• Zitten vaak op één hoogte.
• Wit of grijs met een beetje schaduw en je kunt de zon nog zien. 
• Lijkt op wollige schaapjes!
• Zijn ze de restjes van een regenbui? Dan komt er mooi weer aan. Komt er steeds meer schapenwolken en de zon schrijnt niet meer? Pak je paraplu!

Vederwolk

• Veer
• Hoog in de lucht: het is zo koud dat ze bestaan uit ijskristallen.
• Lijkt alsof ze heel langzaam bewegen, maar gaan meer dan 100km/u.
• Het weer gaat veranderen...

Stratocumulus

• Hangt laag in de lucht.
• Vormen een soort rollen en soms zie je er stukken blauw doorheen.
• Witte en grijze stukken door elkaar.
• Als je je hand uitstrekt naar de wolk en die wolk is zo groot als je vuist, dan weet je dat het stratocumulus zijn.
• Het wordt mooier weer!

..
.

Lees de laatste zin in het intro: 'Een kijkje omhoog geeft je het antwoord.'

Wat bedoelt de schrijfster hiermee?

Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

1. Ze bedoelt dat als je naar de zon kijkt, je weet of het lekker weer wordt.
2. Ze bedoelt dat als je omhoog naar de wolken kijkt, de wolken je veel vertellen over het weer.
3. Ze bedoelt dat je het best vanuit een helikopter of vliegtuig het weer kunt bepalen.
4. Ze bedoelt dat je dan ziet dat de herfst is begonnen.

Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

Over welke wolk gaat het? Slepen maar! 

Er blijft er één over.

Ik besta voornamelijk uit ijs. Toch zie je mij vaak in de zomer.

Geen zorgen, het is een mooie zomerdag!

Ik heb veel energie! Bij mij kan het  weleens gaan regenen, hagelen of onweren!

Ik lijk op de stratus maar heb wat meer lichte en donkere delen.

cumulus

cumulonimbus

stratocumulus

stratus

cirrus

Wereldoriëntatie

• Ik weet hoe neerslag (regen, sneeuw, hagel) ontstaat.
• Ik weet welke soorten wolken we kennen.
• Ik kan aan de hand van de wolken voorspellen welk weer het wordt.

Terugkoppeling lesdoelen

Schrijf in je projectschrift wat jij hebt geleerd!

Terugkoppeling lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?

Filmpje

Regenwolken

Huisje Boompje Beestje