Nova H3.4 wolken neerslag dauwpunt

H3.4 NOVA
Wolken 
Neerslag
Dauwpunt

Deel 1
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H3.4 NOVA
Wolken 
Neerslag
Dauwpunt

Deel 1

Slide 1 - Diapositive

Als het overdag ...... is, neemt de
lucht grote hoeveelheden waterdamp op

Slide 2 - Question ouverte

‘s Nachts condenseert een deel van de waterdamp weer, doordat de lucht …

Slide 3 - Question ouverte

De …… waarbij de waterdamp begint te condenseren, noem je het dauwpunt

Slide 4 - Question ouverte

Hoe meer waterdamp de lucht bevat, des te …... ligt het dauwpunt.

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer begint waterdamp in een stapelwolk te condenseren?
A
Als de temperatuur boven het dauwpunt komt.
B
Als de temperatuur beneden het dauwpunt komt..
C
Niet, want je ziet juist de waterdamp

Slide 6 - Quiz

Hoe komt het dat de bel opstijgende warme lucht je eerst niet ziet?
A
te weinig waterdamp.
B
wolken zijn nooit laag
C
waterdamp is nog onzichtbaar
D
er is dan nog geen bel met warme lucht

Slide 7 - Quiz

Hoe komt het dat
de eerste mooi weer wolken pas laat in de ochtend verschijnen?
A
Deze wolken komen uit het buitenland
B
Er komt regen aan, aangevoerd door de wind vanuit binnenland
C
De warmte van de zon zorgt voor opstijgende vochtige lucht
D
Er komt regen aan, aangevoerd door de wind vanuit zee.

Slide 8 - Quiz

Hoe komt het dat
de mooi weer wolken pas tegen de avond verdwijnen?
A
Er komt een koudefront aan
B
De zeewind neemt de wolken mee
C
De wolken gaan zo hoog door de warmte dat je ze niet meer ziet
D
De zon verwarmt de wolken dus het water in de wolk verdampt.

Slide 9 - Quiz


Hoe komt het dat
het 's nachts
helder blijft?
A
geringe waterdamp dauwpunttemp. van de lucht is lager
B
veel waterdamp dauwpunttemp. van de lucht is lager
C
geringe waterdamp dauwpunttemp. van de lucht is hoger
D
veel waterdamp dauwpunttemp. van de lucht is hoger

Slide 10 - Quiz

Mist > overdag warm en in de nacht koud.
Waarom mist het niet in de woestijn?
A
te veel zand en dat kan niet verdampen
B
erg droge lucht daardoor is er te weinig waterdamp
C
Je ziet hier een paard maar daar lopen kamelen
D
de zon schijnt daar heel veel en maakt alles warm

Slide 11 - Quiz

Is de kans op buien groot als de temperatuur van de lucht sterk daalt bij toenemende hoogte?
A
Ja, je komt dichterbij de wolken
B
Nee, hoe hoger des te mooier weer
C
Ja, temperatuur daalt, minder ruimte voor waterdamp in de lucht
D
Nee want de temperatuur daalt dus minder buien

Slide 12 - Quiz

Hoe zien de meetgegevens eruit bij zonnige dag met weinig bewolking?
A
stijgende luchtdruk stijgende temperatuur.
B
stijgende luchtdruk dalende temperatuur
C
dalende luchtdruk stijgende temperatuur
D
dalende luchtdruk dalende temperatuur

Slide 13 - Quiz