samengestelde woorden
1 / 11
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Onscheidbare samengestelde werkwoorden
Scheidbare samengestelde
werkwoorden
Omschrijven
Uitstappen
Voorlezen
Glimlachen
Ondervragen
Slide 2 - Question de remorquage
Welk samengesteld werkwoord kan je maken in deze zin?
Tim bergt zijn etui op.
Tim bergt zijn etui op.
A
etuibergen
B
bergt op
C
opbergen
Slide 3 - Quiz
Welk samengesteld ww kun je maken in deze zin?
De politiemannen grijpen in.
De politiemannen grijpen in.
A
Ingrijpen
B
Grijpen in
C
Grijpt in
D
In grijpt
Slide 4 - Quiz
Welk samengesteld ww kun je maken in deze zin?
Ik zwaai mijn moeder uit.
Ik zwaai mijn moeder uit.
A
uitzwaaien
B
uit zwaaien
C
zwaaien
D
zwaaien uit
Slide 5 - Quiz
In welke zin is een scheidbaar samengesteld werkwoord goed gebruikt?
A
Ik overleef het wel
B
Ik glimlach naar Martijn
C
De kinderen stappen in
D
Hij ruikt het goed
Slide 6 - Quiz
In welke zin is een scheidbaar samengesteld werkwoord goed gebruikt?
A
Hij kookt graag
B
Hij is blij met mijn hond
C
Ik overzie het goed
D
Ze werken heel prettig
samen
Slide 7 - Quiz
In welke zin is een onscheidbaar samengesteld werkwoord goed gebruikt?
A
Ik ruim de tafel op
B
Ik voorspel het weer
C
De kinderen stappen uit
D
Hij kijkt naar boven
