Mentor - Sociale Vaardigheden - Les 1: Hoor elkaar

T
N
E
M
O
R
Sociale vaardigheden  - Les 1: Hoor elkaar
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesBurgerschapskundeMiddelbare schoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOvmbo, mavo, havo, vwo

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Introduction

In het thema Sociale Vaardigheden gaan de leerlingen nadenken hoe zij als klas met elkaar om willen gaan. Herken ik bepaalde (ongemakkelijke) situaties en wat kan je dan doen? De lessen zijn reflecterend en niet sturend, maar geven een handvat aan de leerlingen waar ze houvast aan kunnen hebben. De open vragen en stellingen helpen de leerlingen eerlijk te kijken naar en te reflecteren op hun eigen gedrag. Voor jou als mentor bieden de lessen tal van verdiepende vragen die je helpen het gesprek met je klas aan te gaan. Iedere les start met een opdracht die de leerlingen aan het denken zet. Waarom doen we dit? Waar gaat dit heen? Vervolgens wordt in stappen het thema van de les uitgelegd. Het thema Sociale Vaardigheden bestaat uit drie lessen: 1. Hoor elkaar (communicatie) 2. Zie elkaar (respect) 3. Versterk elkaar (samenwerken) Hoewel de lessen een eenheid vormen, zijn ze ook goed los van elkaar te geven.

Instructions

Sociale vaardigheden - Les 1: Hoor elkaar
Doelen van de les
  • De leerlingen leren wat heb je nodig hebt om een goed gesprek te kunnen voeren.
  • De leerlingen snappen dat communiceren uit meer bestaat dan woorden. 
  • De leerlingen leren dat lichaamshouding, mimiek en tonatie ook veel met de boodschap doen. 
  • De klas stelt met elkaar een vijftal communicatie afspraken op.
Voorbereiding
  • Neem de handleiding door.
  • Neem de slides door.
  • Leg een stap A4-tjes klaar
  • Print eventueel de opdracht 'Onze communicatie' uit. Voor alle leerlingen 1 exemplaar.
Benodigdheden 
  • Centraal scherm om de les te tonen
  • A4 papier
  • Uitgeprinte opdracht 'Onze communicatie'
Tip
Kijk voor meer lessen over communiceren en Normen & Waarder naar de lessenserie Normen & Waarden uit de methode Actief!.

Instructions

Feuilles de travail

Éléments de cette leçon

T
N
E
M
O
R
Sociale vaardigheden  - Les 1: Hoor elkaar

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

T
N
E
M
O
R
Kennismaken
  • Les 1: Zet jezelf op de kaart
  • Les 2: Ik ga op reis en ik neem mee...
  • Les 3: De grens opzoeken
Leerstrategiën
  • Les 1: Wees voorbereid
  • Les 2: Neem de tijd
  • Les 3: Leer gespreid
Zelfreflectie
  • Proloog: Wat is reflecteren?
  • Les 1: Zie jezelf
  • Les 2: Ken jezelf
  • Les 3: Ben jezelf
Opbouw
methode
Sociale Vaardigheden
  • Les 1: Hoor elkaar
  • Les 2: Accepteer elkaar
  • Les 3: Versterk elkaar

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale vaardigheden

Les 1
Les 2
Les 3
Hoor elkaar
Accepteer elkaar
Versterk elkaar

Slide 3 - Diapositive

Voor de docent
MENTOR Sociale vaardigheden is een serie van drie lessen.

De les 'Hoor elkaar' is de eerste les in de serie, maar kan ook als losstaande les gegeven worden. 
Poll
Open vraag
Woordweb
Sleepvraag
Hotspot
Quizvraag
Fotovraag
Legenda

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
Na deze les...
2
3

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duidelijke
opdracht
Kan jij een aanwijzig geven die iedereen hetzelfde kan uitvoeren. 
  • Geef iedereen weer een A4.
  • Bedenk 5 aanwijzingen voor je klasgenoten.
  • Formuleer je opdracht zo duidelijk mogelijk, zodat iedereen hetzelfde blaadje heeft na jouw 5 aanwijzingen. 
  • LET OP! Je mag je klasgenoten tussendoor niet corrigeren!
Hoor elkaar
Opdracht #1
Draai de spinner en voer allemaal de gegeven opdracht uit.

Slide 6 - Diapositive

Voor de docent
Duidelijke opdracht
Doel: Kunnen de leerlingen aan de hand van de aanwijzingen, zonder bij elkaar te kijken, tot hetzelfde eindresultaat komen?
Leerdoel: De leerlingen ervaren dat een boodschap multi-interpretabel is en door iedereen verschillend uitgevoerd kan worden. 
Een goede communicatie is dus net zo afhankelijk van de duidelijke boodschap, als van de interpretatie van de luisteraar. 

Voorbereiding: Leg een stapel (oude) A4-tjes klaar
Werkwijze:
  • Geef iedere leerlingen een A4.
  • Laat ze zelf bepalen hoe ze het vel neerleggen.
  • Draai de spinner en lees de opdracht eenmaal, duidelijk voor.
  • Laat de leerlingen de opdracht uitvoeren.
  • Herhaal dit 5 keer.
Bespreek:
- Heeft iedereen nu hetzelfde A4-tje?
- Zo niet, waar ligt dat dan aan? 
- Welke boodschap is op verschillende manieren uitgevoerd? Hoe komt dat?
- Hoe had de boodschap duidelijker of eenduidiger gekund?

Klik op de hotspot met het vraagteken en daag de leerlingen uit de opdrachten eenduidig te formuleren: 
Optie 1Laat 5 leerlingen één van hun aanwijzingen voorlezen. De klas voert de opdracht uit en de volgende van de 5 mag zijn/haar opdracht voorlezen. 
Optie 2Zet een tweede spinner in de slide en voer daar de aanwijzingen van de leerlingen in. Doe met deze nieuwe spinner de opdracht nu nog een keer.
Bespreek:
Lijken de eindresultaten nu meer op elkaar? Hoe kwam dit? Was het moeilijk om precies aan te geven wat je van je klasgenoten verwachtte?
Hoor elkaar
Vraag #1
Welke woorden komen bij jou op als je denkt aan ...
goede
communicatie
communicatie

Slide 7 - Carte mentale

Voor de docent
Bespreek met de leerlingen dat goede communicatie veel van partijen vraagt!

Denk aan:
- Taal, articulatie, mimiek, lichaamshouding, tempo, tonatie, goed luisteren, interpretatie,  emotie, rollen,  cultuurverschillen, etc.

Het zijn allemaal factoren waar een goede communicatie van afhankelijk is. 

Bespreek:
- Hoe zorgen wij als klas ervoor dat onze communicatie goed blijft?
- Wat vraagt dat van ons?
- Welke verantwoordelijkheid dragen we allemaal?
- Hoe zorg je voor een goed gesprek?
Hoor elkaar

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Horen we allemaal wel hetzelfde?
Klik op de
hotspot en
luister goed.
Hoor elkaar

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoor elkaar
Hoor elkaar
Vraag #2
Welke naam hoorde jij?

Slide 10 - Sondage

Voor de docent
De meningen over deze vraag zullen uiteenlopen.
Sommige leerlingen horen Laurel en anderen Jenny.

In een gesprek kan dat ook gebeuren. Je denkt je duidelijk uit te spreken en de ander hoort iets heel anders.
- Hoe ga je daar mee om?
- Wat kunnen de gevolgen zijn als je elkaar niet gaat verstaat?
- Hoe voorkom je misverstanden in zo'n geval?
Hoor elkaar

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoor elkaar
Kwestie van 'Wát zeg je!?'
a. Hoe interpreteer jij de Haagse uitspraak:
"Bek nou
gauw!"
Opdracht #3

Slide 12 - Diapositive

Voor de docent
Kwestie van Wát zeg je!?
Er volgen een tweetal quizvragen met uitspraken uit Nederlandse dialecten.

a.
- Probeer de uitspraak in het dialect uit te spreken! Laat het ook de leerlingen proberen. 
- Wat denk je? Is de uitspraak boos, grappig of vriendelijk bedoeld? Oftewel: hoe interpreteren de leerlingen deze uitspraak?
- Laat de leerlingen een situatie schetsen waarin ze deze uitspraak zouden gebruiken. 
- Welke tonatie geven de leerlingen deze uitspraak? 

Vraag #3
"Bek nou gauw!"

Hoor elkaar
Kwestie van 'Wát zeg je!?'
b. Wat betekent de Haagse uitspraak:
A
Wees stil!
B
Wat zeg je nú!?
C
En nou wegwezen!
D
En nou snel antwoorden!

Slide 13 - Quiz

Voor de docent

Kwestie van Wát zeg je!?
b.
Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
Met devices:
- Vink 'Toon bij student' aan
- Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
- Bekijk en bespreek de verschillende antwoorden.

Zonder devices:
Laat de leerlingen 
- hun hand op te steken
- hun antwoord schrijven op een wisbordje/post-it
- Spreek gebaren af:
   a = Rechterhand omhoog
   b = Linkerhand omhoog
   c = Rechterduim omhoog
   d = Linkderduim omhoog

Bespreek met de klas
- Klopt dit antwoord met de interpretatie die jullie aan de uitspraak gaven bij 3a? 
- Wat zou je aan je houding, mimiek en tonatie veranderen als je de uitspraak nog eens zou gebruiken?
- Had de uitspraak voor een spraakverwarring gezorgd?
Hoor elkaar
Kwestie van 'Wát zeg je!?'
a. Hoe interpreteer jij de Friese uitspraak:
"It kin
net!"
Opdracht #4

Slide 14 - Diapositive

Voor de docent
Kwestie van Wát zeg je!?

a.
- Probeer de uitspraak in het dialect uit te spreken! Laat het ook de leerlingen proberen. 
- Wat denk je? Is de uitspraak boos, grappig of vriendelijk bedoeld? Oftewel: hoe interpreteren de leerlingen deze uitspraak?
- Laat de leerlingen een situatie schetsen waarin ze deze uitspraak zouden gebruiken. 
- Welke tonatie geven de leerlingen deze uitspraak? 

"It kin net!"

Hoor elkaar
Kwestie van 'Wát zeg je!?'
b. Wat betekent de Friese uitspraak:
Vraag #4
A
Het kan niet!
B
Het ís mogelijk!
C
Het is waar!
D
Dat gaat net!

Slide 15 - Quiz

Voor de docent

Kwestie van Wát zeg je!?
b.
Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
Met devices:
- Vink 'Toon bij student' aan
- Laat de leerlingen de vraag         
  beantwoorden.
- Bekijk en bespreek de verschillende 
   antwoorden.

Zonder devices:
Laat de leerlingen 
- hun hand op te steken
- hun antwoord schrijven op een    
  wisbordje/post-it
- Spreek gebaren af:
   a = Rechterhand omhoog
   b = Linkerhand omhoog
   c = Rechterduim omhoog
   d = Linkderduim omhoog

Bespreek met de klas
- Klopt dit antwoord met de interpretatie die jullie aan de uitspraak gaven bij 4a? 
- Wat zou je aan je houding, mimiek en tonatie veranderen als je de uitspraak nog eens zou gebruiken?
- Had de uitspraak voor een spraakverwarring gezorgd?
Hoor elkaar

Slide 16 - Diapositive

Voor de docent
Bespreek deze slide met de leerlingen. Stel vragen als:
- Wie herkent een situatie waarin iemand iets zei, dat niet leek te kloppen met zijn gedrag?
- Wat doet dat met je?
- Vraag je dan om verduidelijking of zeg je er iets van?
- Geef je zelf wel eens andere signalen dan je je eigenlijk voelt?
- Zo ja, 
Hoor elkaar
Wat zie je er goed uit!
4
Dat heb je goed gedaan!
2
Wat lief van je!
1
Wat heb je dat mooi gemaakt!
5
complimenten
Wat ben je toch slim!
3
lichaamstaal
Jaloers
a
Boos
b
Sarcastisch
c
Arrogant
e
Verwijtend
d
Dubbelzinnige complimenten
Geef elkaar een compliment met een tegenstrijdige lichaamstaal


Opdracht #5

Slide 17 - Diapositive

Voor de docent
Leg eerst uit wat lichaamstaal is: Lichaamstaal is de combinatie van je houding, gezichtsuitdrukking, je ogen, je gebaren en soms ook afstand.

Daag de leerlingen uit tijdens deze opdracht niet alleen de toon van hun stem, maar ook écht hun lichaamstaal te laten spreken. Doe het eerst zelf voor, door heel boos een welgemeend compliment te geven. 

Optie 1 (met devices):
  • Laat de leerlingen in tweetallen werken.
  • Leerling A klikt een compliment aan. Deze leerlingen geeft het compliment gemeend aan zijn de ander.
  • Leerling B klikt een hotspot met lichaamstaal aan en geeft hetzelfde compliment, maar dan met de tegenstrijdige lichaamstaal.
  • Vervolgens start leerling B met het compliment en kiest leerling A de lichaamstaal.
  • Doe dit zo lang de leerlingen het leuk vinden.
Optie 2 (zonder devices):
  • Haal twee leerlingen naar voren.
  • Leerling A klikt een compliment aan. Deze leerlingen geeft het compliment gemeend aan zijn de ander.
  • Leerling B klikt een hotspot met lichaamstaal aan en geeft hetzelfde compliment, maar dan met de tegenstrijdige lichaamstaal.
  • Herhaal deze stappen met twee nieuwe leerlingen.
Bespreek met de groep:
Wat doet het met je als je zo'n tegenstrijdig compliment krijgt? Waarom zou iemand zo'n compliment geven? Is het je wel eens gebeurd dat iemands lichaamstaal iets anders zei dan de woorden die werden uitgesproken?

Hoor elkaar
Vraag #5
In welke situatie heeft iemand wel eens tegen jou gesproken, terwijl duidelijk was dat hij of zij zich anders voelde?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoor elkaar

Slide 19 - Diapositive

Voor de docent
Bespreek deze slide met de leerlingen. Stel vragen als:
- Wie herkent een situatie waarin iemand iets zei, dat niet leek te kloppen met zijn gedrag?
- Wat doet dat met je?
- Vraag je dan om verduidelijking of zeg je er iets van?
- Geef je zelf wel eens andere signalen dan je je eigenlijk voelt?
- Zo ja, 
We zijn respectvol naar elkaar
Als we het niet eens zijn, blijven we vriendelijk
Hoor elkaar
Opdracht #5
Onze communicatie
Welke vijf afspraken vinden jullie als klas van belang om met elkaar te handhaven? Versleep de blauwe vinkjes naar deze afspraken.
We zorgen dat iedereen zich veilig voelt
We luisteren naar elkaar
We vragen door als we iets niet begrijpen
We zijn eerlijk
We kijken elkaar aan als we praten
We houden gesprekken positief
We accepteren elkaars (andere) mening
We hoeven niet altijd gelijk te hebben
We steken onze hand op als we willen praten
...(vul zelf een afspraak in)
We laten merken dat we luisteren
We geven opbouwend commentaar
We schreeuwen niet naar elkaar
We laten elkaar in waarde
We schelden of vloeken niet
We geven elkaar tijd en ruimte om te praten
We helpen elkaar met verwoorden
We zeggen 'sorry' als we iemand kwetsen
Onenigheid spreken we met elkaar uit
Iedereen mag zijn of haar mening geven

Slide 20 - Diapositive

Voor de docent

Met devices:
  1. Laat de leerlingen voor zichzelf de 5 afspraken aanvinken die zij het meest van waarde vinden.
  2. Laat ze in groepjes van 4 à 5 de resultaten bespreken en uitleggen.
  3. In dit groepje komen ze tot 5 definitieve afspraken.
  4. Deze top 5 delen zij met de klas. In hoeverre hebben de groepjes dezelfde 5 afspraken? Is er veel verschil? Kan de klas tot een unaniem besluit komen?
  5. Probeer vervolgens met de klas een unanieme Klas Top 5 te maken.
Zonder devices:
  1. Geef aan alle leerlingen een print van de PDF uit de bijlage van deze les.
  2. Laat hen eerst ieder voor zich deze lijst invullen.
  3. Ga vervolgens verder met stap 3 t/m 5 hierboven.
Print de slide met de vinkjes eventueel uit, zodat de afspraken kunnen worden opgehangen.

Hoor elkaar
Vraag #6
Welke communicatie afspraak wordt dit jaar jouw grootste uitdaging, denk je?
En waarom is dat?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoor elkaar
Hoor elkaar
Vraag #7
Wat vind jij van de afspraken die we hebben gemaakt met elkaar?

Slide 22 - Sondage

Voor de docent
Daag de leerlingen uit om eerlijk antwoord te geven. Dit is meteen de eerste oefening met de afspraken.
- Kunnen de leerlingen die de afspraken stom vinden uitleggen waarom? Kunnen ze daar een goed gesprek over hebben?
- Hoe reageert de rest van de klas? Probeer de groep uit te dagen met elkaar in gesprek te gaan.

Wil je meer tijd besteden aan communicatieve vaardigheden met je klas? Bekijk dan ook de volgende lesreeks uit de methode Actief!: 

T
N
E
M
O
R
Zoek je meer kant-en-klare mentorlessen?
Ga dan naar ons LessonUp kanaal Mentor!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci