Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
HA1F (tot de vakantie)
Slide 1 - Diapositive
H3.4 ruiken en proeven
Slide 2 - Diapositive
Deze les
Voorkennis
Leerdoelen
Uitleg over 3.4 (één les!)
Opdrachten maken
Leerdoelencheck
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen:
Aan het eind van 3.4 kun je:
uitleggen hoe het reukzintuig in je neus werkt.
uitleggen hoe je smaakzintuig op je tong werkt.
de vijf soorten smaakzintuigen noemen.
uitleggen hoe je met je reukzintuig en smaakzintuig je eten proeft.
omschrijven waardoor eetgewoonten en voorkeur ervoor kunnen zorgen dat je iets lekker/vies vindt.
Slide 4 - Diapositive
Keuze maken
1. Je start met het lezen van blz 165 t/m 169 en maakt de opdrachten 2 t/m 14 (in stilte!)
2. Je volgt de uitleg en maakt daarna de opdrachten 2 t/m 14
Buiten het lokaal werken: Liza A., Abby, Daphne
Slide 5 - Diapositive
Herhaling: wat is de prikkel voor je...
Oog
Oor
Neus
Tong
Huid
licht
geluid
geurstoffen
smaakstoffen
temperatuur
pijn
vormen
Slide 6 - Question de remorquage
Welke soort cellen verbinden de zintuigen met de hersenen?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
Slide 7 - Quiz
Wat hoort in dit rijtje niet thuis: smaak – geur – geluid – zuurstof – licht Noteer het juiste antwoord.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de prikkel voor het reukzintuig?
A
Smaak
B
Geurstoffen
C
Impulsen
D
Receptoren
Slide 9 - Quiz
Hoe heten de zichtbare bultjes op je tong waarmee je smaak proeft?
A
Uitsteeksels
B
Umami-receptoren
C
Smaakpapillen
D
Smaakpupillen
Slide 10 - Quiz
In welk orgaan zit dit zintuig?
A
Huid
B
Neus
C
Mond
D
Oor
Slide 11 - Quiz
Je loopt de keuken in, daar staat een appeltaart, net uit de oven. Wat is de juiste volgorde van onderstaande gebeurtenissen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Er komen geurstoffen vrij uit de appeltaart
Je reukzintuig wordt geprikkeld
Je weet wat je ruikt: appeltaart
Er gaan berichten van je reukzintuig naar je hersenen
Je besluit een stukje taart te nemen
Er gaan berichten van de hersenen naar je armspieren
Slide 12 - Question de remorquage
'Zoet' is een smaak. Noem de andere smaken die kunt proeven. Er zijn er in totaal 5.
Slide 13 - Question ouverte
De neus
Ruiken doe je met reukzintuig in je neus.
Reukzintuig neemt geurprikkels waar -->
prikkel wordt impuls --> impuls via reukzenuw
naar hersenen --> hersenen geven aan welke
geur het is.
Waarvoor is reuk belangrijk?
Slide 14 - Diapositive
Reukzintuig
Slide 15 - Diapositive
Reukzintuig bevat duizend verschillende type zintuigcellen voor geuren.
Iedere nieuwe geur komt ook in je geheugen terecht.
Slide 16 - Diapositive
Proeven
Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak.
Bij proeven voegen je hersenen de informatie van de smaakzintuigen en van het reukzintuig samen.
Slide 17 - Diapositive
Tong
De tong is ruw: er liggen kleine uitsteeksels op. Dit zijn smaakpapillen. Hiertussen liggen de smaakzintuigen. Smaakstoffen prikkelen de smaakzintuigen.
Slide 18 - Diapositive
Vijf soorten smaakzintuigen
Zoet
Zout
Bitter
Zuur
Umami (hartig)
Je kunt meer smaken proeven, doordat
je reukzintuig en smaakzintuig samenwerken. Via de keelholte gaan geurstoffen naar het reukzintuig. Hersenen combineren de informatie,