2Kader voorbereiding H1 t/m H3 Taalverzorging

Voorbereiding toets
Taalverzorging H1 t/m H3
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding toets
Taalverzorging H1 t/m H3

Slide 1 - Diapositive

Samengestelde zin:
Twee losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn. 
Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen.
Je vindt de persoonsvormen door de zin in een andere tijd te zetten.
In samengestelde zinnen staan voegwoorden. Dat zijn woorden waarmee je de zinnen aan elkaar vastplakt. 
Voorbeelden van voegwoorden: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus
Vaak staat het voegwoord tussen de twee zinnen, maar het kan ook vooraan staan!

Slide 2 - Diapositive

Wat is een samengestelde zin?

Slide 3 - Question ouverte

Maak zelf een samengestelde zin

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf hier de twee persoonsvormen van jouw zelfgemaakte samengestelde zin op.

Slide 5 - Question ouverte

Noteer de goede vorm van het werkwoord:
(werken) Ik ... op maandag t/m vrijdag op een school.

Slide 6 - Question ouverte

Noteer de goede vorm van het werkwoord:
(werken) Ik ... vorig jaar op maandag t/m vrijdag op deze school.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de goede vorm van het werkwoord:
(beantwoorden) Ik ... dadelijk jouw vraag.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de goede vorm van het werkwoord:
(beantwoorden) Ik ... gisteren jouw vraag.

Slide 9 - Question ouverte

Noem drie verschillende voegwoorden.

Slide 10 - Question ouverte

Hoofdletters:
Aan het begin van de zin
Als de zin begint met 's, verschuift de hoofdletter
Bij namen
Bij woorden die van namen zijn gemaakt

Komma's
In een zin met twee persoonsvormen naast elkaar
Voor voegwoorden
Tussen de delen van een opsomming

Slide 11 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter? Noem er 4.

Slide 12 - Question ouverte

Welke van de twee is goed geschreven?
A
herfst
B
Herfst

Slide 13 - Quiz

Welke van de twee is goed geschreven?
A
Donderdag
B
donderdag

Slide 14 - Quiz

Welke van de twee is goed geschreven?
A
Noorden
B
noorden

Slide 15 - Quiz

Welke van de twee is goed geschreven?
A
November
B
november

Slide 16 - Quiz

Wanneer gebruik je een komma? Weet je de drie antwoorden?

Slide 17 - Question ouverte

Voltooid deelwoord
Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in de zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd). Als er een voltooid deelwoord in een zin staat, is de pv een vorm van zijn, hebben of worden.
Bijvoorbeeld:
- Sara heeft een filmpje gemaakt.
- De kantine wordt opgeruimd.

Zo schrijf je het voltooid deelwoord
- Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: Het heeft 7 euro gekos... Je hoort gekoste, dus je schrijft gekost.
- Eindigt het voltooid deelwoord op een -n? Schrijf het zo kort mogelijk: geklommen, gegeten, uitgevonden, gezien, gegaan.

Slide 18 - Diapositive

Noteer het voltooid deelwoord:
In Nederland wordt er steeds vaker contactloos (pinnen).

Slide 19 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
In het magazijn heeft John alle lege kratjes (opstapelen).

Slide 20 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Gisteravond heb ik pas tegen twaalf uur mijn computer (afsluiten).

Slide 21 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Voor mijn verjaardag heb ik een tafel bij dat restaurant (reserveren).

Slide 22 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Mijn buurmeisje is door het bed (zakken).

Slide 23 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
We hebben vorig jaar met zijn alleen in het Vondelpark (lunchen).

Slide 24 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Vorige week heb ik samen met mijn zoontje (voetballen)

Slide 25 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
De leerling heeft voor de toets van volgende week nog niet (leren).

Slide 26 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Binnen nu en drie weken worden mijn lessen door een collega (overnemen).

Slide 27 - Question ouverte