‹Revenir à la recherche

lijdend bedrijvend grammatica

BEDRIJVENDE EN LIJDENDE VORM 3.4


VWO 2

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BEDRIJVENDE EN LIJDENDE VORM 3.4


VWO 2

Slide 1 - Diapositive

Deze les behandelen we de bedrijvende en lijdende vorm

Slide 2 - Diapositive

Jara /laat/ de hond /uit.


Wat is het onderwerp? Jara

Jara doet iets-> ze laat de hond uit


Als het ONDERWERP de handeling verricht van het WG noem je de zin BEDRIJVEND of ACTIEF.


Slide 3 - Diapositive

De hond/ wordt/ door Jara/ uitgelaten.

Het onderwerp ondergaat de handeling (het uitlaten).

Als het ONDERWERP de handeling ondergaat, noemen we de zin LIJDEND of PASSIEF.

Slide 4 - Diapositive

Omzetten bedrijvend ->lijdend
  • Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  • Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  • In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn te staan.

Slide 5 - Diapositive

oefenen...

De man heeft de computer gekocht. 


De computer is door de man gekocht.

Slide 6 - Diapositive

De man zal de computer kopen. 
De computer zal door de man gekocht worden. 


De man zou de computer gekocht hebben. 
De computer zou door de man gekocht zijn. 

Slide 7 - Diapositive

Omzetten lijdend->bedrijvend
  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' of 'zijn' weg.


Slide 8 - Diapositive

Inna ontvangt een prijs.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 9 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 10 - Question ouverte

Is de opdracht nu goed nagekeken?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 11 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 12 - Question ouverte

Het jurkje wordt door Simone gekocht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 13 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 14 - Question ouverte

De man koopt een scheerapparaat.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 15 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 16 - Question ouverte

Het dressuur wordt door Inna goed uitgevoerd
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 17 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 18 - Question ouverte

Mijn moeder prijst mijn oom uitbundig.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 19 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 20 - Question ouverte

Het dienstmeisje verschoont de lakens.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 21 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 22 - Question ouverte

Volgens mij word ik niet serieus genomen door die docent.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 23 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 24 - Question ouverte

https:

Slide 25 - Lien

https:

Slide 26 - Lien

Snap je hoe je de tijd van een zin kan bepalen?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Snap je hoe je een zin van bedrijvend naar lijdend kunt omzetten?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Plus de leçons comme celle-ci

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 24 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 21 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 30 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 30 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 26 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 31 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 27 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

lijdend bedrijvend grammatica

- Leçon avec 33 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2