Weer en klimaat 2.1 en 2.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

H2 Weer en Klimaat in Spanje

Plaats de juiste omschrijving op de juiste plek

Zonnig

Weinig wind

Veel wind

Bewolkt / neerslag

De klimaatgrafiek hoort bij

1. landklimaat
2. zeeklimaat
3. middellands zeeklimaat
4. toendraklimaat

Welk klimaat is dit?

1. Savanneklimaat
2. Woestijnklimaat
3. Gematigd Zeeklimaat
4. Landklimaat

Welke temperatuurfactor is dit?

1. breedteligging
2. hoogteligging
3. loef/lijzijde
4. gesteldheid aardoppervlak

Deze foto gaat over:

1. Zonnestraling en invalshoek
2. Breedteligging en klimaat
3. Klimaat en neerslag
4. Breedteligging en invalshoek

Welk klimaat heeft het grootste verschil tussen zomertemperatuur en wintertemperatuur?

1. hooggebergteklimaat
2. landklimaat
3. mediterraan klimaat
4. toendraklimaat

Het weer in NL en Spanje

3 verschijnselen:

• Depressies vanuit de Atlantische oceaan
• Hogedrukgebied bij de Azoren
• Tijdelijke hogedrukgebieden boven Europa (vaak ´s winters)

Waarom is het in Spanje warmer dan in Nederland?

1. Breedteligging is lager dus de invalshoek van de zon is groter 
2. Azoren-hogedrukgebied (dalende lucht, wolken lossen op) zorgt voor hete en droge zomers in grote delen van Spanje. Zie kaartje voor de ligging van dit hogedrukgebied.

Overheersende klimaten in Spanje

Zuiden: Middellandse zeeklimaat       

Zuidkust: Steppe en zelfs woestijn    

Noorden: gematigd zeeklimaat           

  

Hooggebergteklimaat (eerder een    

landklimaat door breedteligging)      

 + toendra     

 

Neerslag in Spanje

-noordwesten: veel neerslag

-zuidoosten: weinig neerslag

. Kleuren kaart:

-> Donkerblauw: meeste neerslag

-> Donkergeel: minste neerslag

Het binnenland van Spanje ligt in de regenschaduw: het is hier erg droog. Het binnenland is omringd door gebergten, hier komt bijna geen neerslag.

Neerslagverdeling

• De neerslag is ongelijk over het land verdeeld.
• Hoge neerslagintensiteit -> dit is de hoeveelheid neerslag die in 1 regenbui valt.
• Hoge neerslagintensiteit = kans op overstroming
• Hoge verdamping -> nuttige neerslag is laag
• Nuttige neerslag is laag => neerslag ^_ verdamping
• Lage nuttige neerslag wil dus zeggen dat er weinig neerslag overblijft dat je kunt gebruiken omdat het meeste al verdampt is.

Reliëf Spanje

Pyreneeën: hooggebergte tussen Frankrijk en Spanje. Je kunt hier zelfs skiën in de winter!

Sierra Nevada: gebergte in het zuiden van Spanje. Hoogte = 3478m en hierdoor kun je ook hier skiën in de winter! Sierra Nevada betekent dan ook "besneeuwde bergketen".

Cantabrisch Gebergte-> noordwesten van Spanje. Hier valt veel stuwingsneerslag, vandaar dat dit deel van Spanje ook wel het 'groene Spanje' wordt genoemd.

Soorten neerslag ->

1. Stuwingsregen -> lucht moet opstijgen tegen gebergte.
2. Stijgingsregen -> warme lucht stijgt op en koelt meteen weer af, het gaat regenen (vooral in de tropen).
3. Frontale neerslag -> botsing warme en koude lucht.

Regenschaduw

De kant van het gebergte waar het weinig regent.

Loefzijde

Lijzijde

Stuwingsneerslag komt voor in Spanje

Weet jij waar in Spanje stuwingsneerslag voor kan komen?

Waterproblemen in Spanje

1. Teveel neerslag
2. Te weinig neerslag
3. Hoge verdamping

Welke gevolgen komen er door de waterproblemen?

Welke problemen kunnen er in Spanje en Nederland ontstaan door klimaatverandering.

Gevolgen van de waterproblemen in Spanje

1. Verdroging -> verkeerd en teveel irrigeren
2. Verwoestijning -> gebied wordt woestijn door grote droogte, erosie, bosbrand en te weinig grondwater.
3. Verzilting -> zouter worden van de bodem. Dit kan in kustgebieden ontstaan door stijgende zeespiegel. Zout zeewater komt in de bodem.Verzilting kan ook door irrigatie ontstaan bij heet weer, water verdampt en de zouten blijven achter in de bodem.

Welke mogelijke oplossingen zijn er tegen de waterproblemen?

Oplossingen?

• Stuwdammen 
• Aanvoer water via kanalen en pijpleidingen
• druppelirrigatie landbouw (planten precies geven wat nodig is/geen verspilling)

Foto: stuwdam in de Pyreneeën

Huiswerk

2.1: 2d, 3abcd, 4, 5bc

2.2: 1abc, 2abcf, 3be, 4, 5b (gebruik atlaskaart van vraag a)cd, 6

Al af: 1.6: 1a, 2 t/m 6