Kapitel 1 - Lektion 3 (Mittwoch, den 4. Oktober)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kapitel 1 Salzburg - Lektion 3

Das Programm

• Begroeten en iemand aanspreken
  
• Omschrijving geven van voorwerpen.
• Aufgaben Kapitel 1 
• Nachbesprechen
• Fragen?

Mittwoch, den 4. Oktober

Lernziele - Leerdoelen

Leerdoel: Ik kan iemand begroeten en aanspreken.

Leerdoel: Ik kan een omschrijving geven van voorwerpen.

In de vorige les!

Onvoltooid verleden tijd behandeld van

haben, sein en werden 

Onvoltooid verleden tijd 

haben, sein en werden 

• Wordt veel in spreek- en schrijftaal gebruikt.
• Deze vormen zijn onregelmatig, leer ze uit je hoofd.

Jezelf kort voorstellen

Wer bist du? = Wie ben je? 

Wie heißt du? = Hoe heet je?

Ich bin ... = Ik ben ...

Ich heiße ... = Ik heet ... 

Mein Name ist ... = Mijn naam is ...

Kurz vorstellen

Begroetingen en afscheid nemen

Auf Wiedersehen!	Tot ziens!
Tschüss!	Doei!
Schönen Tag noch!	Prettige dag verder!
Bis später!	Tot later!
Bis morgen!	Tot morgen!

Hallo!	Hallo!
Tag!	Dag!
Guten Tag!	Goedendag!
Guten Morgen!	Goedemorgen!
Guten Abend!	Goedenavond!
Gute Nacht!	Goedenacht!

Hoe zeg je in het Duits "hoe het met je gaat"?

Wie geht es dir? = Hoe gaat het met jou? 

Mir geht es gut. = Met mij gaat het goed. 

Mir geht es schlecht. = Met mij gaat het slecht. 

Sehr gut! = Zeer goed!

Ben je al bekend met een aantal voorwerpen in het Duits?

Bildwörterbuch

Bestudeer deze woorden in het kort!

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding --> Wähle die richtige Antwort!

Der Reisepass

das Handtuch

die Badehose

die Fahrkarte

das Handy

An die Arbeit

Kapitel 1 - Lektion 3

Aufgaben: 1 t/m 10.

Leren 

Redemittel Sprechen op blz. 55 (Seite 55).

Leer het beide kanten op D/N en N/D.