H3 Chapitre 2 les 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour H3

Bonjour H3

Programme

Mondeling voorbereiden

Herhaling grammaire + A

Correction / Travail individuel

Bron B

Travail individuel

Quizlet bron A

Mondeling voorbereiden

Over een aantal weken zullen we beginnen met het mondeling.

De planning volgt tijdig.

Er worden een aantal vragen gesteld (uit elke onderwerp wat)

We bereiden de zinnen samen voor.

Je kan oefenen met de uitspraak door:

- Naar een vakflex te gaan en om hulp te vragen bij de uitspraak / oefenen mondeling

- Naar de site https://www.acapela-group.com/  te gaan.

Quelle est ta matière préférée?

Quelle matière détestes-tu? Et pourquoi?

Tu es fort en quelle matière?

Tu es faible en quelle matière?

Comment vas-tu à l'école?

Tu as des frères ou soeurs?

(ils sont comment?)

Tu habites où?

Wat weet je nog over de regelmatige werkwoorden op -er,ir-re?

Nog even alles op een 'rijtje'!

ww -er

je ....... e

tu ...... es

il/elle/on ...... e

nous ..... ons

vous ..... ez

ils/elles ..... ent

ww -ir

je ....... is

tu ...... is

il/elle/on ...... it

nous ..... issons

vous ..... issez

ils/elles ..... issent

ww -re

je ....... s

tu ...... s

il/elle/on .... 

nous ..... ons

vous ..... ez

ils/elles ..... ent

Tu (vendre)

1. vend
2. vends
3. vendez
4. vendons

Nous ... (choisir)

1. choisis
2. choisit
3. choisissons
4. choisissez

Ils (arriver)

1. arrivons
2. arrivent
3. arrives
4. arrivez

Wat weet je nog over wederkerende werkwoorden?

Werkwoord versus wederkerend werkwoord

wederkerend werkwoord

(se laver= zich wassen)

je me lave  (= ik was me)

tu te laves

il se lave

nous nous lavons

vous vous lavez

ils se lavent

gewoon ww (laver=wassen)

je lave

tu laves

il lave

nous lavons

vous lavez

ils lavent

Stappenplan wederkerende werkwoorden

1. Check : Is het een wederkerend werkwoord?

2. Ja? Noteer het onderwerp (je, tu , il ,elle etc.)

             Noteer het wederkerend vnw ( me/te/se/nous/vous/se)

             Vervoeg het werkwoord.

Let op!   me/m'         te/t'         se/s'

S'amuser = Ik vermaakt mij = Je m'amuse

Wederkerende werkwoorden:
hij doucht zich (opstaan = se doucher)

1. il te douche
2. il se douches
3. il me douches
4. il se douche

Wederkerende werkwoorden:
Wij scheren ons
(zich scheren = se raser)

1. Nous vous rasez
2. Nous nous raser
3. Nous se raser
4. Nous nous rasons

Travail individuel   

Corriger exercices 1 t/ m 7  (Chapitre 2)

Corriger exercice 31  + 32 ( Chapitre 1)

Corriger = nakijken + verbeteren met een andere kleur pen.

Apprendre: De woorden van  B (herhalen A)

BLOC A

Tu as un petit boulot?

Qu'est-ce que tu as acheté recémment?

Ça a coûté combien?

Je viens d'acheter un portable

75 euros, c'est cher!

J'ai acheté un T-shirt

ça a coûté 20 euros

Oui, je travaille au supermarché

Non, je n'ai pas le temps

Bloc B ( p.23)

L'argent de poche, tu en fais quoi?

Qui reçoit de l'argent de poche? Combien?

Je fais des économies

Je dépense

je reçois de l'argent de poche

je ne reçois pas d'argent de poche

Sophya

Romain

Gabrielle

Aram

Caroline

Devoirs / Travail individuel

Faire:  exercices 8,9, 11  Chapitre 2

Apprendre: Bloc A + B

Begin met het voorbereiden van de mondelingen

Wat hebben we vandaag gedaan?