7.4 veerkracht en uitrekking

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

§7.4 Veerkracht en uitrekking

Leerdoelen

Je kunt aan het einde van de les:

• een uitrekking,kracht-diagram tekenen en daaruit het verband tussen veerkracht en uitrekking bepalen;
• met een recht evenredig verband rekenen.

een kracht herken je aan.....

1. verandering van vorm
2. verandering van beweging
3. verandering van richting
4. alle drie zijn goed

De massa van een blikje met soep is 500 gram. Hoeveel Newton is de zwaartekracht op dit blikje?

1. 500 N
2. 50 N
3. 5 N
4. 0,5 N

Een auto weegt 990 kg. Wat is de zwaartekracht in N?

1. 990 N
2. 9900 N
3. 99 N
4. 9,9 N

De veerkracht

Je gaat bungeejumpen.

Leg uit waardoor je naar beneden valt.

Je valt tijdens bungeejumpen eerst naar beneden. Leg uit waardoor je afremt en uiteindelijk weer terug omhoog gaat. 

Zwaartekracht

Het gewicht wat aan de veer hangt heeft een zwaartekracht die recht naar beneden wijst. Door de zwaartekracht rekt de veer uit. 

Veerkracht

De kracht die de veer uitoefent op het gewicht wat aan de veer hangt/trekt.

Evenwicht

De zwaartekracht en de veerkracht zijn even groot, omdat alles stil hangt. Hierdoor ontstaat er een evenwicht.

Uitrekking

Als je een gewicht aan een veer hangt rekt deze uit. De afstand tussen de veer in rust en de uitgerekte veer noem je de uitrekking (u). 

Stugge of slappe veer?

Bij stugge veren heb je meer kracht nodig om de veer uit te rekken, dan bij een slappe veer. 

Stugge of slappe veer?

Hoe stug of slap een veer is geef je aan door te meten hoeveel N er nodig is om de veer 1 cm uit te rekken.

Stugge of slappe veer?

• Bij veer A is 5 N nodig om de veer 1 cm uit te rekken.

• Bij veer B is 2 N nodig om de veer 1 cm uit te rekken.

• Dus veer A is stugger dan veer B.

recht evenredig verband

De uitrekking is recht evenredig met de kracht.

Hiermee wordt bedoeld:

Als je een veer 1 cm uitrekt en daar heb je bijvoorbeeld 2 N voor nodig, dan heb je 4 N nodig aan kracht om de veer 2 cm uit te rekken. 

Bij een recht evenredig verband
bij een veer, wordt bij een twee keer zo grote kracht de uitrekking van de veer:

1. twee keer groter
2. twee keer kleiner
3. even groot
4. vier keer zo groot

In welk diagram is er sprake van Recht evenredig verband

1. A
2. B
3. C
4. D

Een veer heeft een lengte van 12 cm.
er wordt een massa aangehangen van 50 gram,
de veer heeft nu een lengte van 15cm.
Hoe groot is u ?

1. 3 cm
2. 12 cm
3. 15 cm
4. 50 cm

Aan de slag

Wat? Opdracht 40 t/m 51

Hoe? In je werkboek

Klaar? Nakijken

De eerste les ná Pasen (08-04) gaan we door met §7.5