HV2; WW spelling H6: PV tt of vd

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Startopdracht

Aan elkaar of los? Dus goed of fout?

er over heen

zestien duizend

koffieschenken

bruine bonensoep

stomverbaasd 

Terugblik

Enkelvoudige zin: zin met 1 persoonsvorm

Samengestelde zin: zin met 2 of meer persoonsvormen

Werkwoorden die kunnen veranderen van tijd in de zin: pv

Resterende werkwoorden zijn:

Infinitief, voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.

Terugblik

Ik wil voetballen, maar ik ben geblesseerd.

Ik wil voetballen.

Ik ben geblesseerd.

Met een voegwoord (maar) aan elkaar geplakt.

Verander de tijd en vind de persoonsvormen.

Lesdoelen

Je leert:

- hoe je de persoonsvorm tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord uit elkaar houdt. 

- persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord?

Verduisteren

Hij verduistert de kamer.                    Pvtt

Hij heeft de kamer verduisterd.      Voltooid deelwoord

Probleem bij zwakke ww waarvan de uitgangsletter niet in 't ex-kofschip zit: verdienen, besteden, verduisteren...

verdienen         besteden

Persoonsvorm tt en voltooid deelwoord correct leren spellen

Stap 1: Zet de zin in een andere tijd

Hij verdient geld.                          

(Hij verdiende geld.)           Persoonsvorm verandert

Hij heeft geld verdiend.

(Hij had geld verdiend.)     Voltooid deelwoord verandert niet

Persoonsvorm tt correct leren spellen

Stap 2: Bepaal de juiste spelwijze

Jij ... (verpletteren) de doos

Voltooid deelwoord correct leren spellen

Stap 2:

Hele werkwoord -en. Zit deze in het kofschip? Uitgang op -t, anders op -d.

Is er iemand die dit ooit heeft ... (verdienen)?

Let op! Bijvoeglijk naamwoord = zo kort mogelijk. Is dit een ... (verdienen) gelijkspel? Verdienen zegt iets over gelijkspel.

De ouderenvereniging ontfermt/ontfermd zich over de asieldieren en heeft zich verontschuldigd/verontschuldigt tegenover de gebouwbeheerder. 

Benoem de pvtt en/of vd. 

Hoe kom je bij de juiste vorm?

Aan de slag!

havo: opdracht 1, 2, 4

vwo: opdracht 1, 2, 3, 4

Herhaling

pvtt of vd?

1. Zet de zin in een andere tijd. (pv verandert, vd niet)

2. Bepaal de juiste spelwijze.

Een pvtt vervoeg je zoals hieronder in het overzicht 

Een vd -> kofschip -> -t, anders -d

Kan ook als bn -> zo kort mogelijk, 

omhakken = een omgehakt boompje