H5 herhaling, quiz

• Natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Meneer Lukkiens trui is geel. Er schijnt blauw licht op. Welke kleur zie je de trui dan?

1. Zwart
2. Geel
3. Groen
4. Blauw

leg uit wat het verschil is tussen een spiegelende terugkaatsing en een diffuse terugkaatsing.

UV straling komt voor in?

1. Broedkasten
2. Nachtkijker
3. Zonnebank
4. Gloeilamp

Waar komt infrarode straling in voor?

1. Rode lampen
2. Blacklights
3. Straatlampen
4. Warmte lampen

Is dit oog bijziend of verziend?

1. Bijziend
2. Verziend

Wat voor een bril heb je nodig als je verziend bent?

1. Een leesbril
2. Een bril met een positieve lens
3. Een bril met een negatieve lens

Welke lichtstraal is een divergerende lichtstraal?

In figuur 4 is een reëel beeld gemaakt met een positieve lens.
Welke twee lichtstralen zijn geen constructiestralen?

1. Lichtstraal 1
2. Lichtstraal 2
3. Lichtstraal 3
4. Lichtstraal 4

Bijziend                        Verziend

veraf goed zien

beeld achter het netvlies

dichtbij goed zien

beeld valt voor het netvlies

hole lens nodig

bolle lens nodig

leg uit wat accomoderen met het oog betekent

Wanneer kun je een voorwerp zien?

1. Als het voorwerp wordt verlicht.
2. Als er licht uit je ogen op het voorwerp valt.
3. Als er licht van het voorwerp in je oog valt.
4. Als het voorwerp zich niet in de schaduw bevindt.

Hoe bewegen de lichtstralen afkomstig van een lichtbron?

1. Als horizontale lijnen.
2. Als kromme lijnen.
3. Als rechte lijnen.
4. Als verticale lijnen.

Een lichtstraal kaatst terug van een vlakke spiegel.
Welke bewering over de hoek van inval is waar?

1. De hoek van inval is kleiner dan de hoek van terugkaatsing.
2. De hoek van inval is even groot als de hoek van terugkaatsing.
3. De hoek van inval is groter dan de hoek van terugkaatsing.
4. De hoek van inval is altijd 45 graden.

Welke bewering over een prisma is waar?

1. Een prisma wordt ook wel een spectrum genoemd.
2. Een prisma splitst het zonlicht in verschillende kleuren.
3. Een prisma voegt gekleurd licht samen tot wit licht.
4. Een prisma werkt op zonne-energie.

Je draagt een blauw shirt met witte letters erop.
Hoe ziet het shirt en de letters eruit als er groen licht op schijnt?

1. Het shirt blijft blauw en de letters worden groen.
2. Het shirt blijft blauw en de letters worden grijs/zwart.
3. Het shirt wordt grijs/zwart en de letters worden groen.
4. Het shirt en de letters worden grijs/zwart.

Met een prisma maak je een spectrum van wit licht. Welke kleuren komen in dit spectrum voor (op volgorde)?

rood 

oranje 

geel

groen

blauw 

indigo 

violet

Wat is een bolle lens?

1. Een negatieve lens die in het midden dikker is dan aan de randen.
2. Een negatieve lens die in het midden dunner is dan aan de randen.
3. Een positieve lens die in het midden dikker is dan aan de randen.
4. Een positieve lens die in het midden dunner is dan aan de randen.

Je schijnt met een zaklamp op een negatieve lens.
Wat valt het brandpunt voor de lens of achter de lens? En is de brandpuntsafstand positief of negatief?

1. Brandpunt: Voor de lens Brandpuntsafstand: negatief
2. Brandpunt: Voor de lens Brandpuntsafstand: positief
3. Brandpunt: Achter de lens Brandpuntsafstand: negatief
4. Brandpunt: Achter de lens Brandpuntsafstand: positief

Welke lens in figuur 1 convergeert het licht het sterkst?

1. A
2. B
3. C
4. D

Bij welke lens uit figuur 1 is de brandpuntsafstand het kleinst?

1. A
2. B
3. C
4. D

Je houdt een holle lens in het zonlicht.
Hoe gaat de lichtbundel verder na breking door de lens?

1. Na breking is de lichtbundel divergent.
2. Na breking is de lichtbundel evenwijdig.
3. Na breking is de lichtbundel convergent.

Een lichtstraal wordt teruggekaatst door een spiegel. In figuur 3 zijn vier
hoeken genummerd.
Welke hoek in figuur 3 is de hoek van terugkaatsing?

1. Hoek 1
2. Hoek 2
3. Hoek 3
4. Hoek 4

Welke soort weerkaatsing is dit?

1. Diffuus
2. Spiegel

Welke soort weerkaatsing is dit?

1. Diffuus
2. Spiegel

Hoe heten de lichtstralen die de grenzen van de schaduw bepalen?

1. Lichtstralen
2. Randstralen
3. Grensstralen
4. Schaduwstralen

De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing. Dit heet ook wel de ......

1. Spiegelwet
2. Lichtstraalwet
3. Terugkaatsingswet
4. Spiegelingswet

Wat is het juiste
spiegelbeeld?

1. A
2. B
3. C
4. D

Zonlicht is?

1. Rood licht
2. Geel licht
3. Blauw licht
4. Wit licht

Een regenboog bevat alle kleuren. Hoe noem je deze reeks kleuren?

1. Spectrum
2. Kleurenboog
3. Plectrum
4. Lichtreeks

Wat voor straling is
warmtestraling?

1. UV straling
2. Rontgenstraling
3. Radioactieve straling
4. Infraroodstraling

Er schijnt een blauwe lamp op een wit voorwerp, dat lijkt dan

1. blauw
2. wit
3. zwart/grijs
4. oranje

Er schijnt een blauwe lamp op een rood voorwerp, dat lijkt dan

1. blauw
2. wit
3. zwart/grijs
4. groen

Wat voor lens is dit?

1. holle lens
2. platte lens
3. bolle lens

Een bolle lens is

1. positieve lens
2. negatieve lens
3. neutrale lens
4. geen lens

Welke lens is dit ?

1. Holle lens
2. Bolle lens

Als je een voorwerp dichterbij een lens plaatst wordt het beeld

1. groter
2. kleiner
3. even groot
4. verschilt

Als je verziend bent kan je slecht .... zien.

1. dichtbij
2. verweg
3. overal
4. nergens

Als je bijziend bent heb je een ..... lens nodig.

1. holle
2. bolle