Thema 1.4 Organen en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Herhaling

3 STREEPJES        I I I

Thema 1 Organen en cellen

Basisstof 4

Chromosomen

Lesverloop

1. Startopdracht: maak de terugkoppelingsvragen
2. 3 min lezen
3. Terugkoppelingsvragen bespreken
4. Uitleg
5. Kennisvragen
6. Zelfstandig werken 

Kennisvragen

Zet de organisatie niveaus van klein naar groot:

...-->.....-->.....-->.....-->

Orgaan

Cel

Orgaanstelsel

Weefsel

Organisme

Bouw organisme (groot naar klein)

Welke 9 levenskenmerken ken je?

Levenskenmerken

        

                                                                                                                             Stofwisseling: Omzetten van stoffen naar andere stoffen.

Teken een dierencel en schrijf de kenmerken er van op:

2

1

4

3

2

4

3

4

3

4

Teken een dierencel en schrijf de kenmerken er van op:

Bladgroenkorrels

Thema 1 Organen en cellen

Basisstof 5: Chromosomen

LEERDOELEN

1 Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

2 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies.

3 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

4 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

Chromosomen en DNA

Een vrouw is een organisme -) organismen bestaat uit heel veel cellen met in iedere cel een celkern -) celkern liggen chromosomen -) chromosomen zijn lange dunne ‘draden’ die voor een groot deel bestaan uit DNA -) om de DNA ligt hij eiwit gedraaid.

DNA ligt in chromosomen

• Celkern --> 46 chromosomen --> 23 paren
• Lange en dunnen draden. 
• bestaan uit de stof DNA. --> je erfelijke eigenschappen -->je genotype. 

Chromosomen

46 chromosomen in totaal

23 chromosomen paren
(van elke heb je er twee)

2 geslachtschromosomen X & Y

• Man XY
• Vrouw XX

Erfelijke informatie

Waar zit het DNA van de mens?

1. Cytoplasma
2. Celkern
3. Kernmembraan
4. Celmembraan

Uit wat bestaat een chromosoom

1. DNA en vet
2. DNA en koolhydraten
3. DNA en eiwit
4. DNA en zout

Hoeveel chromosomen heeft een mens?

1. 23
2. 24
3. 46
4. 45

23 chromosomen

2 3 chromosomen

46 chromosomen

46 chromosomen

Kennisvragen

Zelfstandig werken

Thema planten B4

- Opdrachten maken

Klaar?

- Test jezelf

- Blooket spelen

Zelfstandig werken in stilte

Zelfstandig werken en fluisteren

Zelfstandig werken en overleggen

Thema 1 Organen en cellen

Basisstof 5: Mitose (gewone celdeling)

LEERDOELEN

1 Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

2 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies.

3 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

4 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

5 Je kunt de stappen van een celdeling noemen.

Thema 1 Organen en cellen

Basisstof 6: Meiose (reductiedeling)

LEERDOELEN

1 Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

2 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies.

3 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

4 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

5 Je kunt de stappen van een celdeling noemen.

6. Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Basisstof 4 Cellen

Onderdelen