adjectifs qualificatifs

de bijvoeglijke naamwoorden
(les adjectifs qualificatifs)
uitleg Grandes Lignes
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

de bijvoeglijke naamwoorden
(les adjectifs qualificatifs)
uitleg Grandes Lignes

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan 
Stap 1: bepaal of het zelfstandig naamwoord waarover het bijvoeglijk naamwoord iets zegt mnl.ev., vrwl.ev., mnl.mv. of vrwl.mv. is

Stap 2: check of het bijvoeglijk naamwoord niet tot de 2 uitzonderingsgroepen behoort. Nee? Dan standaardregel.

Stap 3: kies op basis van deze informatie de juiste vorm

Slide 5 - Diapositive

Stappenplan: voorbeeld 1
Voorbeeld: "Les filles sont (actif) _________________"

Stap 1: Mnl. ev. / Vrwl. ev. / Mnl. mv. / Vrwl. mv?                              

Stap 2: Is het een uitzondering?

Stap 3: Kies de juiste vorm

Slide 6 - Diapositive

plaats in de zin:

de bijvoeglijke naamwoorden staan achter
het zelfstandig naamwoord....
behalve:

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
(klein)
A
Deux petit garçons.
B
Deux petites garçons.
C
Deux petits garçons.
D
Deux petite garçons.

Slide 9 - Quiz

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
(actief)
A
Monique est très actif
B
Monique est très active
C
Monique est très actives
D
Monique est très actifs

Slide 10 - Quiz

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Il a les cheveux ..........
A
grises
B
griss
C
grise
D
gris

Slide 11 - Quiz

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marianne et Chantal sont deux filles.......
A
sportif
B
sportifs
C
sportives
D
sportife

Slide 12 - Quiz

Ik snap het Franse bijvoeglijk naamwoord
Helemaal
Bijna
Een beetje, geloof ik
Helaas, NEE

Slide 13 - Sondage

nu je weet hoe het werkt, kun je mensen gaan beschrijven; décrire une personne.
kijk eerst het volgende filmpje:

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

aan het einde van het filmpje vraag Thomas om een beschrijving van Adele te geven....... 

schrijf deze beschrijving, gebruik 5 zinnen. 



Slide 16 - Diapositive

Donne la description d'Adèle

Slide 17 - Question ouverte

vous avez encore des questions?

Slide 18 - Diapositive