Examentraining 2: schrijfstijl, ironie, tekstvergelijkende vragen havo

Kabinet komt ondernemers met dieselbus tegemoet.

nieuwsfiets.nu
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Kabinet komt ondernemers met dieselbus tegemoet.

nieuwsfiets.nu

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Een kwartiertje een examentekst maken.
Je kunt vertellen wat ironie, sarcasme en cynisme inhoudt.
Je herkent deze vormen in een tekst.
Je kunt vertellen waarom figuurlijk taalgebruik wordt gebruikt.
Je maakt vragen waarin figuurlijk taalgebruik wordt bevraagd.
Je kunt vertellen wat framing is en het herkennen.
Je maakt tekstvergelijkende vragen.

Slide 2 - Diapositive

Aan de slag met tekst 4
Maak vraag 33-34-35-36-37 (Examentraining, tekst 4, blz. 220 e.v.)
Voor deze vragen, mag je leesronde 1 en 2 overslaan.
Hoeveel fout had je? Begrijp je je fouten?
Klaar? Maak het spellingsblad.
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Schrijfstijl/toon 
Mogelijke vragen:
Noteer 4 uitdrukkingen/woorden die spottend opgevat kunnen worden
Welke emotie blijkt uit deze opmerking, gezien de strekking van de tekst
Wat drukt het herhaaldelijk gebruik van het woordje (..) uit?
Aanpak:
- Vaak is het antwoord ironie/kritiek.
- ironie herkennen  spottende/overdreven woorden, bijzondere uitdrukkingen, aanhalingstekens



Slide 4 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

ironie - sarcasme - cynisme
Verschillen?
  • mild/schertsend - scherp/kwetsend - bijtend/kijk op het leven

Slide 7 - Diapositive

ironisch-sarcastisch-cynisch?!
  1. Handig van jou om geen sleutel mee te nemen. …
  2. Ach, niemand gaat deze tekst lezen. Iedereen lijdt tegenwoordig toch aan een infofarct. …
  3. Goh, de vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam. …
  4. Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld. …






Slide 8 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
Wat is het?
Waarom wordt het gebruikt?
Bedenk voorbeelden.

Opgave 6.2 + 6.4, Examentraining, blz. 109 e.v.


Slide 9 - Diapositive





Framing

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Framing
Wat is het?
  • Het meegeven van een bepaald kader aan een boodschap
Waarom wordt het gebruikt?
  • Eeuwenoude beïnvloedingstechniek
Bedenk voorbeelden.



Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Framing
Opgave 6.5 + 6.7, Examentraining, blz. 112 e.v.
Klassikaal maken

Slide 15 - Diapositive

Vergelijkende vragen 

PP_Tekststructuur_hele tekst
Sheet 29 e.v.

Slide 16 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Je kunt vertellen wat ironie, sarcasme en cynisme inhoudt.
Je herkent deze vormen in een tekst.
Je kunt vertellen waarom figuurlijk taalgebruik wordt gebruikt.
Je maakt vragen waarin figuurlijk taalgebruik wordt bevraagd.
Je kunt vertellen wat framing is en het herkennen.
Je maakt tekstvergelijkende vragen.

Slide 17 - Diapositive