Humor in teksten

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet dat in teksten ironie, sarcasme en cynisme gebruikt wordt.
  • Je weet waarom schrijvers ironie, sarcasme en cynisme gebruiken.
  • Je kunt ironie, sarcasme en cynisme herkennen in teksten.

Slide 2 - Diapositive

Humor omdat... 

Samen kunnen lachen, een band creëren.
&
Het onbespreekbare bespreekbaar maken.

Slide 3 - Diapositive

De spot drijven -> 
belachelijk maken

- in de literatuur
- in het dagelijks leven
- in de politiek

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

3 vormen van spot, 
deze verschillen in karakter en in sterkte:

ironie
cynisme
sarcasme

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

ironie= fijne, milde spot
De schrijver zegt iets op een grappige of een wat spottende manier, waardoor de lezer weet dat het niet serieus bedoeld is. Vaak zegt hij dan het tegenovergestelde van wat hij eigenlijk bedoelt. 
– "Geweldig hoor, die drie voor je toets!"
– "Fijn, al die moddersporen op de schone vloer!"

Zelf gebruik je vast ook weleens ironie. Als je wilt dat de ander weet dat je het niet serieus bedoelt, zet je er vaak een emoticon achter.

Slide 8 - Diapositive

Sarcasme= bijtende, scherpe spot
Sarcasme is een stijlfiguur dat heel dicht bij ironie ligt.

Er is een verschil tussen sarcasme en ironie. Sarcasme is harde, bijtende spot, bedoeld om te kwetsen en om iemand dom te laten lijken en ironie is milde spot.
Wie het heeft over een sarcastische uitlating, spreekt in de eerste plaats over een uiting van grove, bijtende spot, van bitter woordgeweld, van agressie. Het effect van sarcasme is intenser en directer dan dat van ironie.

Slide 9 - Diapositive

Sarcasme
Harde, bijtende spot die veel verder gaat dan ironie.

Slide 10 - Diapositive

Verschil ironie en sarcasme

Ironie: pijnlijke humor, die niet kwetsend bedoeld is.

Sarcasme: pijnlijke humor, die juist wél kwetsend bedoeld is!


Geen duidelijke grens te trekken tussen ironie en sarcasme.
Ook is dit vaak persoonlijk, maar het gaat om
de bedoeling van de spreker!

Slide 11 - Diapositive

Cynisme= wrede, bittere spot
Wrede, bittere spot; zwartgallig
– "Ach, een hond is tenminste goedkoper dan een kind."

Cynisme komt vaak voort uit een (pijnlijk...) ongeloof in het goede van de mens, uit teleurstelling, of uit een gevoel van machteloosheid vermengd met woede.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Sarcasme
Ironie
A: Wat een heerlijk weer (het regent)
B: Handig van jou om geen sleutel mee te nemen.
C: De vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam.
D: Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld.
E: "Je vindt het toch niet erg dat we al begonnen zijn?"
F: 'Wat fijn om jou hier weer te zien!'
G: ' Ik heb medelijden (feel sorry) met jouw ouders' 

Slide 14 - Question de remorquage

Cynisme is harder dan sarcasme. Waar of niet waar?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van ironie?
A
Een brandweerkazerne die afbrandt.
B
Een volle maan op een heldere nacht
C
Een lachende baby
D
Een regenachtige dag

Slide 16 - Quiz


A
ironie
B
geen ironie

Slide 17 - Quiz

Is dit ironie, sarcasme of cynisme?
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 18 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.
A
sarcasme
B
ironie
C
cynisme

Slide 19 - Quiz

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Overdrijving

Slide 20 - Quiz

Even oefenen: Welke vorm van spot?

Handig van jou om geen sleutel mee te nemen. …

Slide 21 - Question ouverte

Even oefenen: Welke vorm van spot?

Ach, niemand gaat deze tekst lezen. Iedereen lijdt tegenwoordig toch aan een infofarct.

Slide 22 - Question ouverte

Oefenen: Beelden lezen
Je krijgt zes vragen met beelden waarin een vorm van humor wordt gebruikt.

Beantwoord in groepjes de vragen.

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
Zoek afbeeldingen met (Nederlandse) tekst van ironie, sarcarme en cynisme en zet deze in Classroom. Je kunt het zoekwoord spotprent goed gebruiken.


Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
Maak oefening 3 t/m 8 op blz. 88.

Slide 25 - Diapositive