Argumenteren 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

Neem plaats, pak alvast je laptop, log in op LessonUp. Pak alvast je schrift en een pen

                                                                                    

Nederlands havo 5

Deze les

• Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
• Ik kan argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en begrijpen
• Ik kan argumentatiestructuren analyseren

Sporten is een must, want mijn cardioloog zegt dat het gezond is.

1. voorbeeld
2. voor- en nadelen
3. vergelijking
4. oorzaak/gevolg

Sporten is een must, want mijn cardioloog zegt dat het alle ziektes geneest.

1. voorbeeld
2. voor- en nadelen
3. vergelijking
4. oorzaak/gevolg

Sporten is een must. Als je niet sport word je ziek, als je wel sport blijf je gezond.

1. voorbeeld
2. voor- en nadelen
3. vergelijking
4. oorzaak/gevolg

Sporten is een must. Kijk maar hoe gezond Frenkie de Jong is.

1. autoriteit
2. vergelijking
3. voorbeeld
4. oorzaak/gevolg

Sporten is een must. Iedereen die sport is namelijk gezond.

1. autoriteit
2. vergelijking
3. voorbeeld
4. oorzaak/gevolg

Drogredenen

Er zijn verschillende argumentatieschema’s. De argumentatie kan gebaseerd zijn op:

• oorzaak en gevolg;

• kenmerk of eigenschap;

• voor- en nadelen; (2x)

• voorbeelden;

• vergelijking;

• autoriteit.

Drogredenen

Sporten is een must, want mijn cardioloog zegt dat het gezond is.

Sporten is een must, want mijn cardioloog zegt dat het alle ziektes geneest.

Sporten is een must. Als je niet sport word je ziek, als je wel sport blijf je gezond.

Sporten is een must. Kijk maar hoe gezond Frenkie de Jong is.

Sporten is een must. Iedereen die sport is namelijk gezond. 

Opdracht

• Maak P4 opdr. 2 t/m 6 H6 Argumenteren in twee- of drietallen
• Samen beginnen?
• We bespreken er een paar

Huiswerk

• P4 Opdracht 2 t/m 6 maken en nakijken
  
• Denk aan 15 oktober boekopdracht 1 inleveren