Nask 3TL 3.2 Weerstanden 2 - Pulsar

3.2
Weerstand 
in de 
natuurkunde

Deel 2
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.2
Weerstand 
in de 
natuurkunde

Deel 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les weetje:
  • wat het verband is tussen spanning, stroomsterkte en weerstand
  • Hoe je de stroomsterkte berekent.
  • Waar je weerstanden voor gebruikt. 
  • Hoe je de waarde van een weerstand kunt aflezen. 
  • Wat een weerstand is in een schakeling.


Slide 2 - Diapositive

Even je voorkennis ophalen met de vragen in de volgende slides

Slide 3 - Diapositive

Wat doet een geleider?
A
Geeft stroom gemakkelijk door.
B
Houdt stroom tegen.

Slide 4 - Quiz

Wat doet een isolator?
A
Geeft stroom gemakkelijk door
B
Houdt stroom tegen

Slide 5 - Quiz

In welke eenheid meet je stroomsterkte?
A
V
B
W
C
A
D
P

Slide 6 - Quiz

In welke eenheid meet je spanning?
A
V
B
W
C
A
D
P

Slide 7 - Quiz

Wat is waar?
A
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
B
Bij een parallelschakeling is de stroomsterkte overal even groot.

Slide 8 - Quiz

Weerstand

Slide 9 - Diapositive

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen. 

R= Weerstand in ohm
U = spanning in volt
I = stroomsterkte in ampere

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Over een lampje wordt een spanning van 12 V gemeten.
De stroomsterkte is 13 mA.
Wat is de weerstand van het lampje

Slide 12 - Question ouverte

Weerstand in de natuurkunde
Met een weerstandje in de natuurkunde bedoelen we een onderdeeltje wat een klein beetje (of heel veel) isoleert. 

Het houdt de stroom dus een klein beetje (of heel veel) tegen. 

Op het plaatje hierna zie je een koolstof weerstandje.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema? 

Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast. 

Slide 15 - Diapositive

Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen. 

Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent. 

Slide 16 - Diapositive

Hoe werken die kleurcodes dan?
In de hieropvolgende plaatjes zie je hoe je stap voor stap de weerstand kunt bepalen door naar de ringen te kijken. 
De eerste afbeelding laat het voorbeeld zien, de 2e, 3e en 4e laten de waarde van de ring zien. 

Slide 17 - Diapositive

Hier zie je kleuren van de ringen

Slide 18 - Diapositive

De groene ring geeft een 5 aan

Slide 19 - Diapositive

De blauwe ring geeft een 6 aan

Slide 20 - Diapositive

De rode ring geeft 2 nullen aan

Slide 21 - Diapositive

Bijna klaar
De laatste ring is goud. Dit geeft dus aan dat er een afwijking kan zijn van 5%. 

Slide 22 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Omdat het moeilijk is om zo'n tabelletje uit je hoofd te leren is er een ezelsbruggetje voor de volgorde (en dus de waarde) van de ringen.

Slide 23 - Diapositive

De eenheid van stroomsterkte is:
A
Volt
B
Watt
C
Ampère
D
Ohm

Slide 24 - Quiz

R is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 25 - Quiz

Wat is de wet van Ohm
A
R = I/U
B
R = U/I
C
R = U.I
D
R = P/I

Slide 26 - Quiz

I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 27 - Quiz

Wat is het symbool voor spanning?
A
P
B
U
C
I
D
t

Slide 28 - Quiz

Spanning (U) = 12V
Stroom sterkte (I) = 0,5 A
Wat is de weerstand

A
R= U . I R= 12V x 0,5 A R= 6 ohm
B
R= I/U R = 0,5A / 12V R = 0,042 ohm
C
I = U / R I= 12V /12 ohm I= 1A
D
R = U/I R= 12V /0,5A R=24 ohm

Slide 29 - Quiz

Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere.
Wat is de weerstand van het apparaat?
A
2,3 ohm
B
2300 ohm
C
23 ohm
D
0,04 ohm

Slide 30 - Quiz

Even samengevat
Een weerstand houdt de stroom gedeeltelijk tegen. Hierdoor kun je de hoeveelheid stroom bepalen. 
De weerstand wordt gemeten in Ohm (Ω). 
Bij een koolstofweerstandje kun je de weerstand bepalen aan de hand van de kleurringen. 
Ezelsbruggetje: 
Zij bracht rozen op Gerrits graf bij vies grauw weer. 

Slide 31 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?
  • Een weerstand houdt de stroom gedeeltelijk tegen. Hierdoor kun je de hoeveelheid stroom bepalen. 
  • De wet van Ohm
  • Bij een koolstofweerstandje kun je de weerstand bepalen aan de hand van de kleurringen. 
Ezelsbruggetje: 
Zij bracht rozen op Gerrits graf bij vies grauw weer. 

Slide 32 - Diapositive

Wat doe je de rest van het lesuur? 



lees bladzijde 70 en 71 van paragraaf 3.2
maak opdracht 17 t/m 28


Slide 33 - Diapositive