Steunles laatste les

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Krantenbericht
In de krant staat een stukje over ganzen. Die maken soms de planten van de boeren stuk. De boeren krijgen die schade nu vergoed.

'Schade door ganzen vergoed' (Eindhovens dagblad)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

"Schade vergoed door ganzen"?
Dit kan twee dingen betekenen.
1. Wat zou er (echt) bedoeld zijn?

Slide 3 - Question ouverte

‘Schade door ganzen vergoed’? Dit kan twee dingen betekenen.
1. Wat zou er echt bedoeld zijn?
2. Welke betekenis heeft de zin per ongeluk ook?
a. Iemand anders (bijvoorbeeld de gemeente) betaalt geld aan de boeren voor alles wat de ganzen stukmaken.
b. De ganzen betalen zelf geld aan de boeren voor alles wat ze stukmaken.

‘Schade door ganzen vergoed’?
2. Welke betekenis heeft de zin per ongeluk ook?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel
  • je weet en kent verschillende tekstdoelen en tekstvormen
  • je weet de opbouw van een tekst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van de Donald Duck?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van een recept voor bananencake?
A
instrueren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van een reclamefolder?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
opiniëren

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Daag jezelf uit!

Bekijk de volgende video en maak daarna een woordweb als samenvatting

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke begrippen horen bij Lezen: tekstopbouw?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke begrippen horen bij Lezen:
tekstdoel en -soort?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit / mening
Een feit kun je controleren en er is geen discussie over mogelijk.

Een mening is iets wat iemand vindt. Iemand anders kan wel iets anders vinden.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectief
Informatie op basis van feiten.

Voorbeeld tekstvormen: verslagen, nieuwsberichten of achtergrondartikelen
Tekstdoel:  informeren. 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subjectief
Meningen zijn subjectief (uitgangspunt is het persoon)

Voorbeeld tekstvormen: betogen, recensies of ingezonden brieven



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recensie film
Objectief: waar gaat de film over?
Subjectief: wat vindt de schrijver van de film?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit of mening?
25 graden is een lekkere temperatuur in de zomer.
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit of mening?
Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit of mening?
Smaken verschillen.
A
feit
B
mening

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit of mening?
Het is vandaag dinsdag 20 december.
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de woordsoort van het woord "van"?
"Zij is echt een kind van haar vader."
A
bijwoord
B
voorzetsel
C
bepaald lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de woordsoort van het woord "haar"?
"Zij is echt een kind van haar vader."
A
bijwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gezegde in onderstaande zin?
Jan is vroeger bakker geweest.
A
is
B
is geweest
C
is bakker geweest

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gezegde in onderstaande zin?
Peter heeft vanmiddag zijn auto gewassen.
A
heeft
B
heeft gewassen
C
heeft zijn auto gewassen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van Nederlands heb je tijdens de steunlessen gemist?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je na de kerstvakantie graag steunles Nederlands willen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fijne kerstvakantie!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions