Klimaatverandering: Oorzaken en Gevolgen

Klimaatverandering: Oorzaken en Gevolgen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Klimaatverandering: Oorzaken en Gevolgen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je de oorzaken van klimaatverandering uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het lesdoel aan de leerlingen.
Wat weet je al over klimaatverandering?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klimaatverandering?
Klimaatverandering verwijst naar de veranderingen in het klimaat die we de afgelopen eeuw hebben gezien. Dit omvat stijgende temperaturen, veranderingen in neerslagpatronen en een toename van de frequentie van extreme weersomstandigheden.

Slide 4 - Diapositive

Geef een overzicht van wat klimaatverandering inhoudt.
Natuurlijke oorzaken van klimaatverandering
Natuurlijke factoren zoals vulkaanuitbarstingen, veranderingen in de baan van de aarde en zonneactiviteit hebben bijgedragen aan klimaatverandering in het verleden.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijf hoe natuurlijke factoren hebben bijgedragen aan klimaatverandering.
Menselijke oorzaken van klimaatverandering
Mensen hebben bijgedragen aan klimaatverandering door het gebruik van fossiele brandstoffen, ontbossing, industriële processen en landbouwpraktijken.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf hoe menselijke activiteiten hebben bijgedragen aan klimaatverandering.
Broeikaseffect
Het broeikaseffect is een natuurlijk proces dat warmte vasthoudt in de atmosfeer en ons op aarde warm houdt. Menselijke activiteiten hebben echter de concentratie van broeikasgassen zoals CO2 in de atmosfeer verhoogd, waardoor de aarde warmer wordt.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf wat het broeikaseffect is en hoe het bijdraagt aan klimaatverandering.
Gevolgen van klimaatverandering
Klimaatverandering heeft gevolgen voor de natuur, dieren en mensen. Veranderingen in neerslagpatronen kunnen leiden tot droogte of overstromingen, terwijl de stijgende temperaturen kunnen leiden tot zeespiegelstijging en extreme weersomstandigheden.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf de gevolgen van klimaatverandering.
Wat kunnen we doen?
We kunnen de uitstoot van broeikasgassen verminderen door het gebruik van hernieuwbare energie en energiebesparingstechnologieën te stimuleren. Ook kunnen we ons aanpassen aan de veranderingen die al plaatsvinden, bijvoorbeeld door het bouwen van dijken en het verbeteren van irrigatie.

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf enkele oplossingen voor klimaatverandering.
Hoe kan iemand helpen om klimaatverandering te verminderen?
A
Minder vlees eten
B
Meer papier gebruiken
C
Meer autorijden
D
Vaker vliegen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het effect van klimaatverandering op de zeespiegel?
A
De zeespiegel blijft hetzelfde
B
De zeespiegel daalt
C
De zeespiegel is onvoorspelbaar
D
De zeespiegel stijgt

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering?
A
Menselijke activiteit
B
Natuurlijke variatie
C
Gebrek aan zonne-activiteit
D
Aardbevingen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Bekijk deze video over klimaatverandering.

Slide 13 - Diapositive

Laat de leerlingen een educatieve video over klimaatverandering bekijken.

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Discussie
Praat met je klasgenoten over wat we kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan.
10 minuten

Slide 15 - Diapositive

Houd een klasdiscussie over de oplossingen voor klimaatverandering.
Conclusie
We hebben geleerd over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en wat we kunnen doen om het te bestrijden. Het is belangrijk dat we samenwerken om onze planeet te beschermen voor toekomstige generaties.

Slide 16 - Diapositive

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.