Theorie herhalen | les 3

Theorie herhalen
Les 3
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Theorie herhalen
Les 3

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
- Je kent de regels van omtrek, oppervlakte en inhoud en weet hier (verhaal)sommen bij te maken.
 - Je kunt (verhaal)sommen met geld maken.

Slide 2 - Diapositive

Ronde 1
- Oppervlakte
- Omtrek
- Inhoud

Slide 3 - Diapositive

Oppervlakte
- Regel: 
Lengte x Breedte = Oppervlakte
(eindigt met vierkante ... )

Slide 4 - Diapositive

De oppervlakte van het voetbalveldje wordt opgemeten door de burgemeester. De gegevens die hij heeft op een blaadje is:
L = 13 m
B = 5 m

Wat is de oppervlakte van het voetbalveldje?

Slide 5 - Question ouverte

Sarah koopt een stuk grond. De totale oppervlakte van het stuk grond is 28 (vierkante)meter. De lengte is bij Sarah bekend, dit is 6 meter. Wat is de breedte?

Slide 6 - Question ouverte

Omtrek
- Regel:
2x Lengte + 2x Breedte = Omtrek
(eindigt met ... )

Slide 7 - Diapositive

Ayah rekent de omtrek van haar school op. De lengte is 14 meter en de breedte is 7 meter.
Wat is de omtrek van de school?

Slide 8 - Question ouverte

Het hoge gebouw heeft een lengte van 37 meter en een breedte van 20 meter.
Wat is de omtrek?

Slide 9 - Question ouverte

Inhoud
- Regel:
Lengte x Breedte x Hoogte = Inhoud
(eindigt met kubieke ... )

Slide 10 - Diapositive

Mijn broer heeft een aquarium gekocht. Het aquarium is 30cm breed, 40cm lang en 20cm hoog.
Hoeveel liter past er in het aquarium?

Slide 11 - Question ouverte

Vader Hans maakt een zwembad in de achtertuin. De lengte is 13 meter, de breedte is 15 meter
en de hoogte is 20 meter.
Wat is de inhoud van het zwembad?

Slide 12 - Question ouverte

Ronde 2
- Geld

Slide 13 - Diapositive

Geld
- 1 euro = 100 cent
- 1 euro = 4 x 0,25cent
- 1 euro = 5 x 0,20cent
- 1 euro = 10 x 0,10cent
- 1 euro = 20 x 0,05cent

Slide 14 - Diapositive

Planken kosten bij de Gamma 96 euro per (kubieke)meter. De vader van Romayssa koopt 3/8 (kubieke)meter. Hoeveel moet hij betalen?

Slide 15 - Question ouverte

Een ijsje kost 0,33 euro per stuk. Er zijn 187 leerlingen op de Annoer. Wat kosten de ijsjes ongeveer voor alle kinderen in totaal?

Slide 16 - Question ouverte

Safwan koopt een stuk weiland. Het weiland is 20meter breed en 60meter lang. Hij betaalt 6 euro per (vierkante)meter. Hoeveel euro betaalt Sami in totaal?

Slide 17 - Question ouverte

Welke vragen heb je over deze les 3?

Slide 18 - Question ouverte