Les. 5.1 Herhaling omtrek, oppervlakte en inhoud

Wat gaan we doen?
- Herhaling
- Instructie - Inhoud (liters)
- Omtrek, Oppervlakte en inhoud
- Aan de slag - LessonUp, praktische opdracht en werkboek
- Afsluiting
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
- Herhaling
- Instructie - Inhoud (liters)
- Omtrek, Oppervlakte en inhoud
- Aan de slag - LessonUp, praktische opdracht en werkboek
- Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van deze les
Ik weet:
* hoe ik de omtrek, oppervlakte en inhoud van een voorwerp kan berekenen.  
* hoe ik de notatie op de juiste manier en op de juiste plek zet. 

Ik kan:
* de omtrek, oppervlakte en inhoud van een vierkant/ rechthoek en een kubus/ balk berekenen. 
Extra: Ik kan kubieke meters omzetten naar liters. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je:
Omtrek

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je:
de oppervlakte

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noteer je:
oppervlakte

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noteer je:
inhoud

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je:
inhoud

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Omtrek
Omtrek = er omheen

lengte + breedte +
lengte + breedte = omtrek

4+7+4+7= 22 cm

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte
Oppervlakte is erop.

lengte x breedte = oppervlakte

Dat noteer je:
m² = vierkante meter


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud
Inhoud is wat erin zit.

lengte x breedte x hoogte=
inhoud

Dat noteer je:
 m³ = kubieke meter

Slide 11 - Diapositive

Laat de leerlingen vertellen wat een kubieke meter is (bijvoorbeeld: het is een
inhoudsmaat, er kan iets in, het heeft een lengte, breedte en hoogte).
Vertel dat je ook kubieke meters zand kan bestellen en laat de zak zien.
Hoe lang, breed en hoog zou een kubieke meter zijn? (1 meter). 
Inhoud
40x30x30= 36.000 cm³

Slide 12 - Diapositive

Laat de leerlingen vertellen wat een kubieke meter is (bijvoorbeeld: het is een
inhoudsmaat, er kan iets in, het heeft een lengte, breedte en hoogte).
Vertel dat je ook kubieke meters zand kan bestellen en laat de zak zien.
Hoe lang, breed en hoog zou een kubieke meter zijn? (1 meter). 
Let op!
Let goed op je notatie:
Oppervlakte: m²
Inhoud: m³ 

Kijk wat er bij je figuur staat
voor maateenheid:
cm/dm/m/km

Slide 13 - Diapositive

Laat de satéprikkers knippen (tang bevo)
en tapen met paars tape (bevo)
Wat is de kleinste inhoudsmaat?
A
Milliliter
B
Centiliter
C
Deciliter
D
Liter

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 inhoudsmaten
zijn gelijk aan 0,8 liter?
A
8 dl en 8000 ml
B
8 dl en 800 ml
C
80 cl en 8000 ml
D
800 cl en 8000 ml

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke inhoudsmaat hoort bij dit plaatje ?
A
15 dl
B
5 dl
C
10 l
D
1 l

Slide 16 - Quiz

hoeveel bekers komt overeen met 1l?
Waar staat de inhoudsmaat
fout opgeschreven ?
A
1 liter = 10 dl
B
2000 dl = 200 liter
C
5 liter = 50 dl
D
10 dl = 100 liter

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke inhoudsmaat hoort bij 1 dm3?
A
liter
B
milliliter
C
deciliter
D
centiliter

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke inhoudsmaat is hetzelfde als 1 Liter?
A
1 dm³
B
1 cm³
C
1 m³
D
1 Km³

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke inhoudsmaat
past hierbij?
A
1 m³
B
1 dm³
C
1 cm³
D
1 mm³

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken de inhoudsmaat om.
15 liter =
A
0,15dm3
B
15dm3
C
150cm3
D
15cm3

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

15 dl= … ml?
gebruik je tabel van inhoudsmaten
A
0,15 ml
B
150 ml
C
1,5 ml
D
1500 ml

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke inhoudsmaat?

In een kopje past 2 ..... thee
A
liter
B
centiliter
C
decilter
D
milliliter

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de grootse inhoudsmaat?
A
liter
B
kiloliter
C
deciliter
D
milliliter

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions