Natuur slangen gr 6/7

1 / 25
suivant
Slide 1: Lien
BiologieBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Wat vind jij van slangen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Waarom vind jij dat?

Slide 3 - Question ouverte

De slang
Doel: Aan het einde van de les hebben jullie geleerd wat het begrip 'eierlevendbarend' betekent en hebben jullie in drietallen minimaal drie weetjes over een slangensoort opgezocht.
Hoe ziet de les eruit?
-Verrassing
-Zelf onderzoeken + pitch
-Informatie + quiz
-Les evalueren

Slide 4 - Diapositive

Wat weten jullie al over slangen en wat zou je graag nog te weten willen komen?

Slide 5 - Carte mentale

Tijd voor de verrassing!
Ogen dicht!

Slide 6 - Diapositive

Een echte slang in de klas.
Waar moeten we aan denken?

Wil je de slang niet in je buurt? 
Leg je blokje dan op rood!

Slide 7 - Diapositive

Wat valt je op aan de slang?
Weet je misschien wat voor soort slang dit is?

Slide 8 - Carte mentale

In groepjes kiezen jullie een slangensoort uit en onderzoeken jullie  de volgende stukken:
-Waar leeft de soort? En waarom daar? (Landen, klimaat)
-Wat eten ze?
-Hoe groot kunnen ze worden?
-Leggen ze eieren of gaat dit anders? Hoe?
-Wat is er bijzonder aan de soort?
-Zoek zelf nog minimaal 3 andere weetjes op.
Zelf onderzoek doen
timer
15:00
Snel klaar? > Schooltv (https://schooltv.nl/video-item/nieuws-uit-de-natuur-de-slang) en werkblad.

Slide 9 - Diapositive

Groepjes:
Groepje 1:
Jesse V, Lucas, Jesse K
Groepje 2:
Floris, Abel, Gijs
Groepje 3:
Felipe, Timo, Diego, Fedja
Groepje 4:
Fleur, Feline S, Nina
Groepje 5:
Frederieke, Jip, Boris
Groepje 6:
Rik, Joris, Stein
Groepje 7:
Manu, Filip, Vos
Groepje 8:
Feline B, Hannah, Nynke
Groepje 9:
Thomas, Rosa, Lotte

Slide 10 - Diapositive

Pitch jullie informatie!
Hierna volgt een korte quiz met wat informatie.

Slide 11 - Diapositive


Alle slangen leggen eieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Eierlevendbarend
Bij eierlevendbarende dieren ontwikkelen de dieren wel in eieren, maar komen ze levend uit het lichaam van hun moeder. Hoe kan dit? 
Bij eierlevendbarende dieren worden eieren in het lichaam van de moeder bevrucht. In plaats van deze eieren te leggen, blijven deze eieren in het lichaam. De eieren bevatten alle voedingsstoffen die de jonge dieren nodig hebben. Zodra de jonge dieren klaar zijn voor geboorte, komen ze in het lichaam van de moeder uit het ei en worden ze levend geboren. https://youtu.be/wRI8ohYeqk8?feature=shared

Slide 13 - Diapositive

Slangen zijn Reptielen
  • Koudbloedig
  • Leggen eieren op het land (of zijn eierlevendbarend!)
  • Eieren met een zachte leerachtige schaal
  • Jongen lijken op hun ouders
  • Huid bedekt met schubben

                                                                                  adder       gladde slang

Slide 14 - Diapositive

Een slang is een reptiel. Om precies te zijn behoren ze tot de Schubreptielen (Squamata). Het heeft het slanke lijf dat veel hagedissensoorten ook hebben, maar heeft geen pootjes. Slangen glijden als het ware over de grond. Veel slangen doden hun prooi met vergif, met name de kleinere soorten. Grote slangen zijn vaak wurgslangen. Die zijn niet giftig, maar verstikken hun prooi met hun grote zware lijf. Die eten soms hele geiten op, waarna ze weken lang geen eten meer hoeven. Slangen kunnen niet kauwen en slikken een prooi in een keer door, letterlijk met huid en haar!

Slide 15 - Diapositive


Slangen kunnen zwemmen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een slang kan 'ruiken' met zijn tong.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Ons koude kikkerlandje kent in het wild, maar liefst drie soorten slangen. Welk plaatje hoort bij welke soort?
Ringslang
Adder
Gladde slang

Slide 18 - Question de remorquage

                         Een nepslang
De hazelworm woont naast de drie slangensoorten ook in Nederland. Deze pootloze hagedis lijkt erg veel op een slang en wordt hierdoor vaak verward.
 Hoe herken je een pootloze hagedis? Allereerst knipperen slangen niet. Daarnaast kunnen slangen hun tong uitsteken zonder hun bek te openen. Dus als het wormvormige dier voor je knippert en met zijn bek open zijn tong naar buiten steekt, is het een hagedis.

Slide 19 - Diapositive

Een slang hoeft maar 1 keer in de week te eten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Honger?
Een adder vangt maar 6 tot 10 prooien per jaar.

Na de bevruchting eet het vrouwtje maanden niet tot de jongen worden geboren.

Ze is dan zoveel mogelijk aan het zonnebaden. Door de warmte van de zon, groeien haar jongen extra hard.
Ze heeft in die periode geen tijd om te eten.

Slide 21 - Diapositive

Van het gif van slangen worden medicijnen gemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Terugblik
Wat zijn jullie te weten gekomen in deze les?

Slide 23 - Diapositive

Ik vond deze les:
110

Slide 24 - Sondage

Wat ging al goed en wat kan beter?

Slide 25 - Question ouverte