Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Argumenteren en weerleggen
Slide 1 - Diapositive
4 vormen van argumenteren
Enkelvoudige argumentatie
Meervoudige argumentatie (onafhankelijk)
Meervoudige argumentatie (afhankelijk)
Onderschikkende argumentatie
Slide 2 - Diapositive
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
HET WAS EEN LEUKE LES
⇑
DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI
Slide 3 - Diapositive
Bij meervoudige argumentatie gebruik je meer dan één argument. Bij onafhankelijke argumenten staat ieder argument los van het andere Deze vorm van argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.
Slide 4 - Diapositive
Bij meervoudige argumentatie met afhankelijke argumenten vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer.
Slide 5 - Diapositive
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.
Slide 6 - Diapositive
Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Het Werenfridus is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie
Slide 8 - Quiz
Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie
Slide 9 - Quiz
Het Werenfridus is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie
Slide 10 - Quiz
Het Werenfridus is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.