Unit 2 Selftest

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welcome!

Today

- in je agenda: woensdag 1 december PW Unit 2

- Selftest uitleg

- maandag 22 november: opdrachten Selftest af (digitaal of werkboek!)

Selftest!

Selftest! A+B = Words

Selftest! C = comparisons

Degrees of comparisons 

trappen der vergelijking

1 lettergreep

Als een bijv.nw. één lettergreep heeft, dan voeg je -er achter het bijv. nw. bij de vergelijkende trap (comparative form) en  -est bij de overtreffende trap (superlative form). 

Vb: big, bigger, biggest/ small, smaller, smallest. 

3 lettergrepen

Als een bijv.nw. drie of meer lettergrepen heeft, dan voeg je more voor het bijv. nw. bij de vergelijkende trap (comparative form) en most bij de overtreffende trap (superlative form). 

Vb: beautiful, more beautiful, most beautiful/ interesting, more interesting, most interesting. 

Selftest! D = much/many

Much and many

Much and many

Much en many betekenen allebij 'veel'.

Welke je gebruikt heeft te maken met of je het  wel of niet kunt tellen.

Much and many

Much gebruik je als je veel van iets hebt, maar ...

... je kunt het niet (precies) tellen 

... je kunt er geen getal voor zetten

... je kunt er geen meervoud van maken

Denk hierbij aan:

- vloeistoffen

- gassen

- poedertjes

- begrippen

Much and many

Many gebruik je als je veel van iets hebt en ...

... je kunt het wel (precies) tellen 

... je kunt er wel een getal voor zetten

... je kunt er wel meervoud van maken

many

much

Selftest! E+F = past simple

Past simple

past simple: bevesitigen

- Gebruik:
   - verleden > helemaal voorbij
   - je weet waneer het gebeurde

- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje

past simple: vragen en ontkennen

- Vorm:
    - Did + hele werkwoord
      

- Vorm:
    - didn't (did not) + hele werkwoord

Vragen:

Ontkennen:

Selftest! G = past continuous

Past Continuous

Selftest! H = sentences

Today

nu eerst SO van een klasgenoot maken