Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lezen & Woordenschat
H1, H2 en H3
Slide 1 - Diapositive
Wat is een anekdote?
A
een kledingmerk
B
een bijzondere situatie
C
een voorbeeld
D
een (grappig) verhaaltje
Slide 2 - Quiz
De inleiding kan uit meer dan één alinea bestaan.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Lees tekst 1
Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding? Kies uit:
Alinea 1
Alinea 1 en 2
Alinea 1, 2 en 3
Alinea 1, 2, 3 en 4
Slide 4 - Diapositive
Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?
A
alinea 1
B
alinea 1 en 2
C
alinea 1, 2 en 3
D
alinea 1, 2, 3 en 4
Slide 5 - Quiz
De inleiding
1. Aandacht trekken
2. Onderwerp noemen
De inleiding is dus pas afgelopen als het onderwerp genoemd is.
Slide 6 - Diapositive
Een tussenkopje hoort altijd bij één alinea.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Een goed slot bestaat uit:
A
conclusie, korte samenvatting, uitsmijter
B
conclusie, onderwerp, uitsmijter
C
conclusie, aandacht trekken, korte samenvatting
D
aandacht trekken, korte samenvatting, uitsmijter
Slide 8 - Quiz
Wat hoort niet in een goed slot te staan?
A
een conclusie
B
een samenvatting
C
nieuwe informatie
D
de hoofdgedachte
Slide 9 - Quiz
In hoeveel woorden noteer je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
A
onderwerp = 1 zin
hoofdgedachte = 1 tot 3 woorden
B
onderwerp = 1 tot 3 woorden
hoofdgedachte = 1 tot 3 zinnen
C
onderwerp = 1 tot 3 woorden
hoofdgedachte = 1 vraagzin
D
onderwerp = 1 tot 3 woorden
hoofdgedachte = 1 zin
Slide 10 - Quiz
Waar vind je het onderwerp van de tekst?
A
in de inleiding
B
in de titel
C
in het middenstuk
D
in het slot
Slide 11 - Quiz
Waar vind je de hoofdgedachte van de tekst?
A
in de inleiding
B
in de titel
C
in het middenstuk
D
in het slot
Slide 12 - Quiz
Woordbetekenis
In de volgende vraag krijg je telkens een zin met een moeilijk woord. Op welke manier wordt de betekenis van het woord duidelijk?
Kies telkens uit:
- via een voorbeeld
- via een omschrijving
- via een synoniem
Slide 13 - Diapositive
Tekst 1
Zo weten ze straks waar de feestdagen van het christendom en de feesten van andere wereldgodsdiensten, zoals de islam, het jodendom en het hindoeïsme, vandaan komen. Veel gemeenten en grote bedrijven betalen mee aan het voorbereiden en organiseren van activiteiten over die religies.
Slide 14 - Diapositive
Zo weten ze straks waar de feestdagen van het christendom en de feesten van andere wereldgodsdiensten, zoals de islam, het jodendom en het hindoeïsme, vandaan komen. Veel gemeenten en grote bedrijven betalen mee aan het voorbereiden en organiseren van activiteiten over die religies.
Hoe wordt de betekenis van 'wereldgosdienst' duidelijk?
A
via een voorbeeld
B
via een omschrijving
C
via een synoniem
Slide 15 - Quiz
Tekst 2
De schoolcarrière van Johan Cruijff verliep niet erg succesvol. Jopie, zoals hij door zijn moeder werd genoemd, doubleerde nogal eens. Op de ulo, de vroegere mavo, bleef hij tweemaal zitten. Na enkele jaren verliet hij de school zonder diploma.
Slide 16 - Diapositive
De schoolcarrière van Johan Cruijff verliep niet erg succesvol. Jopie, zoals hij door zijn moeder werd genoemd) doubleerde nogal eens. Op de ulo, de vroegere mavo, bleef hij tweemaal zitten. Na enkele jaren verliet hij de school zonder diploma.
Hoe wordt de betekenis van 'doubleerde' duidelijk?
A
via een voorbeeld
B
via een omschrijving
C
via een synoniem
Slide 17 - Quiz
Tekst 3
Het was al bekend dat oxytocine, het ‘knuffelhormoon’, een rol speelt als dieren een mannetje of vrouwtje zoeken. Onderzoekers van de universiteit van Tokio hebben nu aangetoond dat het hormoon ook gewone banden versterkt. Ze hebben namelijk bewezen dat honden socialer worden als ze oxytocine krijgen.
Slide 18 - Diapositive
Het was al bekend dat oxytocine, het ‘knuffelhormoon’, een rol speelt als dieren een mannetje of vrouwtje zoeken. Onderzoekers van de universiteit van Tokio hebben nu aangetoond dat het hormoon ook gewone banden versterkt. Ze hebben namelijk bewezen dat honden socialer worden als ze oxytocine krijgen.
Hoe wordt de betekenis van 'aangetoond' duidelijk?