Schrijfvaardigheid H3 no.4

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Schrijfvaardigheid 4

Les vacances passées

Les vacances passées

Let op:

- werkwoordstijden (verleden tijd)

Vertel:

- wanneer je er was

- waar je bent geweest

- hoe het was

- hoelang je er was

- met wie

Quand?

la date:

- le 10 décembre

- au mois de décembre

la durée:

- pendant une semaine

- du 10 au 18 décembre

la saison:

- en été    - en automne

- en hiver - au printemps

Avec qui?

avec mes amis

avec ma famille

avec mes parents

avec mes camarades

Où?      

le lieu:

- au bord de la mer

- à la montagne

- en ville / au centre-ville

la situation géographique:

- dans le sud de

- dans le nord de 

-dans l'ouest de

- dans l'est de 

l'herbergement:

- à l'hôtel

- au camping

- chez mon/ma correspondant(e)

- chez un(e) ami(e)

- dans un chalet

- dans une auberge de jeunesse

Le moyen de transport? Pays?

- en train

- en avion

- en voiture

- en bus

- en bateau

- à pied

- à vélo

Nous sommes allé(e)s

Je suis allé(e)

- en    + vr.   land

- aux  + mv. land

- au     + m.  land

Quoi?

les activités:

- se promener

- visiter les musées

- faire du shopping

- rencontrer des amis

- prendre des photos

- envoyer des cartes postales

- participer à une excursion

- vistiter des monuments

- acheter des souvenirs

La suite des actions:

d'abord

puis

ensuite

enfin

finalement

le matin / l'après-midi / le soir

Comment?      

La méteo:

Il faisait beau / mauvais

Il faisait chaud / froid

Il faisait du soleil / il pleuvait

L' ambiance - les sentiments:

C'était ...

- génial                      - nul

- extraordinaire       - ennuyeux

- fantastique            - dèsagréable

- inoubliable

Opdracht 5

Expression écrite

Een brief schrijven:

Je gaat een kort briefje schrijven aan iemand die je kent.

Werk volgens het stappen plan.

Dit briefje kun je zelf nakijken met een nakijkmodel.

1. Je schrijft naar een Franstalige kennis die je ontmoet hebt tijdens een feest. Begroet deze.
2. Vertel dat in op vakantie bent geweest in Frankrijk.
3. Vertel met wie je bent geweest.
4. Vertel twee activiteiten die je gedaan hebt en die je leuk vond.
5. Vertel twee activiteiten die je gedaan hebt en die je niet leuk vond.
6. Vertel wat je belangrijk vindt tijdens een vakantie. ( Actief of juist niet?)
7. Vertel dat je twee weken zon hebt gehad.
8. Eindig met "Met vriendelijke groetjes, / Groetjes". 
9. Vergeet niet je eigen naam te vermelden.

De brief van opdracht 5:

Check alle stappen voor je het zelf nakijkt.

Wees kritisch voor jezelf.

Je vindt het nakijkmodel via Magister / Studiewijzers / Frans

SUCCES

met leren en voorbereiden

!

Toets 30 maart 9.00 - 10.10