Les 6 en 7: Het ademhalingsstelsel

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 140 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
       
      Telefoon in het zakkie 
      Laptop dicht op tafel 
       Map en pen op tafel
       
      
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij Sciences
Unit 3.2.2: How does the human body work?
Learner Profile: Balanced/ Evenwichtig
ATL: Combine knowledge, understanding and skills to create products or solutions
Evaluate evidence and arguments
Related concepts: Energy Function
Key concept: Systems, Development
How do dynamic systems maintain a delicate balance between energy, function, and movement to drive the sustainable development of living organisms and ecosystems?
Global context: Fairness and development

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Voorkennis
  • Leerdoelen opstellen
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Reflectie en leerdoelen check

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht periode #
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Types of reproduction
...



...
...
...
...
...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.
  • Je beschrijft hoe je inademt en uitademt.
  • Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt en koolstofdioxide uit je bloed gaat.
  • ...

 
 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is verbranding?
A
Een reactie tussen brandstof en koolstofdioxide
B
Een reactie tussen brandstof en water
C
Een chemische reactie
D
Energie verbruiken

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt energie vandaan?
A
Uit jouw lichaam
B
Uit jouw eten
C
Uit jouw cellen
D
Uit het water

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gas ontbreekt?
Glucose + ??? -> Koolstofdioxide + water + energie

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding in organismen
Longen =  zuurstof en koolstofdioxide 
darmen = brandstof
bloed = vervoer brandstof en zuurstof

Slide 13 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Orgaanstelsels 
  1. Ademhalingsstelsel
  2. Verteringsstelsel
  3. Bloedvatenstelsel
  4. Uitscheidingsstelsel:het lymfevatenstelsel en het urinewegstelstel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ademhalingsstelsel
Strottenhoofd
Luchtpijp
2 bronchiën --> luchtpijptakjes
longblaasjes

Middenrif: stevig gespierd vlies

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Via de neusholte
Neusslijmvlies maakt de ingeademde lucht vochtig

Bloedvaatjes in de neusslijmvlies maken de lucht warm

Neusharen houden stofdeeltjes tegen

Reukzintuig in de neus: Waarschuwt voor giftige gassen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtpijp
Onderkant van strottenhoofd
Wand: Hoefijzervormige kraakbeenringen

Vertakt zich in 2 bronchiën
--> luchtpijptakjes


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Longblaasjes
Uiteinde van luchtpijptakjes

Longhaarvaten
- wanden erg dun
- uitwisseling CO2 en O2

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het gezonder om door de neus adem te halen?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat sluit de huig af?
A
De keel
B
De neusholte
C
De luchtpijp

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je zwemt kun je een snorkel gebruiken om adem te halen. Wat is een nadeel van ademhalen door een snorkel?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhalingsspieren

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

 Je beschrijft hoe je inademt en uitademt.
Hoe werkt dit?
Inademen: borstholte wordt groter
Uitademen: borstholte wordt kleiner

Bij het vergroten en verkleinen van je borstkas werken er spieren, de elasticiteit van weefsels en de zwaartekracht samen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling
  • Ribademhaling of borstademhaling: 
het bewegen van je ribben om te ademen

  • Middenrifademhaling of buikademhaling: 
het bewegen van je middenrif om te ademen

Ze vinden meestal tegelijk plaats

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inademen
  1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
  2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
  3. Borstholte en je longen worden groter. 
  4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
  5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitademen

  1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
  2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
  3. Borstholte en longen worden kleiner.
  4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
  5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt zuurstof in je bloed?
  • Dit gebeurt in de longblaasjes

Hier gebeuren 2 dingen:
  1. Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
  2. Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes, daarna adem je dit uit.

  • Deze uitwisseling noemen we gaswisseling!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaswisseling
Uitwisseling van gassen
O2 - CO2

Bloed vervoert:
-O2 naar de cellen
--> Wat gebeurt er in de cellen?



Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaswisseling
Bloed vervoert:
- CO2 naar longblaasjes

uitademen
- CO2 + water + energie (warmte)



Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inademen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitademen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaswisseling
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide verloopt snel door: 
  • veel longblaasjes dus groot oppervlak om uit te wisselen (70-90m2)
  • wand van longblaasjes heel dun dus zuurstof en koolstofdioxide kunnen er makkelijk doorheen
  • ook de vele haarvaten rond longblaasjes hebben dunne wand en bloed er doorheen wordt steeds ververst
  • door je ademhaling ververs je steeds de lucht in je longen, dus steeds nieuwe zuurstof en je raakt de koolstofdioxide kwijt

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 42 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de namen naar de juiste plaats 
Longblaasje
Luchtpijp
Keelholte
Bronchiën 
Neusholte

Slide 43 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er in je longen als je slijmvlies niet werkt?
A
Je kunt niet meer goed hoesten...
B
Er komt steeds meer rotzooi in je longen...
C
Je kunt geen ziektekiemen naar buiten werken...
D
Je longen raken verstopt...

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je legt uit waarom het beter is om door je neus te ademen
  1. Je neus keurt de lucht met het reukzintuig
  2. Je neusharen houden stof tegen 
  3. Je neus maakt de lucht vochtig (door water uit slijm) en warm (door bloedvaatjes). 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom dus door je neus ademen?

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slijmvlies
  • Aan binnenkant luchtpijp en bronchiën

Twee soorten cellen:
1. Slijmcellen: maken slijm
2. Trilhaarcellen: bewegen heen en weer en duwen slijm met daarin stof en ziektever-wekkers naar je keel. Dit hoest je uit of slik je door.

Dus zo krijg je schone, warme en vochtige lucht in je longblaasjes en beschadigen ze niet

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je legt uit hoe je ademhaling geregeld wordt
  1. Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten (aorta)
  2. Impulsen naar ademcentrum in hersenen
  3. Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren die daardoor samentrekken

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions