Les over bloedgroepen en bloedtransfusies

Weefselvloeistof, lymfe en bloedgroepen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Weefselvloeistof, lymfe en bloedgroepen

Slide 1 - Diapositive

Weefselvloeistof
Bloedplasma gaat door de haarvaten heen de cellen in, om zuurstof, zouten en voedingsstoffen af te geven. Dit noem je weefselvloeistof.
Een deel van dit weefselvloeistof gaat terug naar het haarvat, het andere deel gaat naar de fijne lymfevaten. Als het vloeistof daar is, noem je het lymfe.

Slide 2 - Diapositive

Lymfe
Lymfe wordt door de lymfevaten naar de rechterlymfestam of borstbuis gestuwd. Deze komen uit in aders bij de sleutelbeenderen.
Het lymfe wordt weer opgenomen in het bloed
Lymfeknopen zijn belangrijk voor de witte bloedcellen die antistoffen maken
.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Bloedtransfusie
Bloedgroepen

Slide 6 - Diapositive

bloedgroepen en transfusies

Slide 7 - Diapositive

Iemand heeft bloedgroep A en wil zijn nier aanbieden aan iemand met bloedgroep B. Dit kan niet omdat?
A
Bloedgroep B bevat anti-A.
B
Bloedgroep B bevat anti-B.
C
Bloedgroep B bevat antigeen-A.
D
Bloedgroep B bevat antigeen-B.

Slide 8 - Quiz

Iemand heeft bloedgroep B. Van welke donor kan deze persoon bloed ontvangen?
A
Van iemand met bloedgroep B
B
Van iemand met bloedgroep B of bloedgroep O
C
Van iemand met bloedgroep B of bloedgroep AB
D
Van iemand met bloedgroep B, AB of O

Slide 9 - Quiz

Welke bloedgroep kan goed doneren?
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 10 - Quiz

welke bloedgroep kan van iedereen bloed ontvangen?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 11 - Quiz

Aan welke bloedgroep kan O geven
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen

Slide 12 - Quiz

Welke antistof kan iemand met bloedgroep AB maken?
A
Antistof A
B
Antistof B
C
Antistof A en B
D
Geen antistof

Slide 13 - Quiz

Bloedgroep O is een geweldige donor, hij kan aan iedereen doneren omdat:
A
hij geen antistoffen heeft
B
hij geen antigenen heeft

Slide 14 - Quiz

Iemand heeft bloedgroep AB. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep AB.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen AB of B.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB, A of O.

Slide 15 - Quiz

Iemand heeft bloed groep O. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep O.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen A of O.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB, A of O.

Slide 16 - Quiz

Iemand heeft bloed groep B. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep B.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen AB of B.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB of O.

Slide 17 - Quiz

Bij welke bloedgroepen van de moeder moet je ingrijpen wanneer deze persoon zwanger wordt
A
A positief
B
B positief
C
A negatief
D
B negatief

Slide 18 - Quiz