5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

Thema 5 Regeling
5.4   Reflexen en het autonome zenuwstelsel
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 Regeling
5.4   Reflexen en het autonome zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Binas 89A. Welke hormonen worden NIET door de hypofyse gemaakt?
A
LPH en LTH
B
oxytocine en ADH
C
FSH en LH
D
GRH en CRH

Slide 2 - Quiz

In welk orgaan liggen de Eilandjes van Langerhans?

Slide 3 - Question ouverte

Cellen in de alvleesklier 
die hormonen maken
Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen
Hormoon dat in de 
bijnieren wordt gemaakt
Klieren die adrenaline maken
Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat
eilandjes van Langerhans
hormonen
adrenaline
hormoonstelsel
bijnieren

Slide 4 - Question de remorquage

Welke twee hormonen maken de eilandjes van Langerhans

Slide 5 - Question ouverte

Zorgt insuline ervoor dat de bloedsuikerspiegel daalt of stijgt?
A
Daalt
B
Stijgt

Slide 6 - Quiz

Binas 89A. Wat is de functie van FSH bij mannen?
A
vorming van zaadcellen
B
geen functie - mannen hebben geen FSH
C
afgifte van oestradiol
D
follikelgroei

Slide 7 - Quiz

Waar bevinden zich cellen met receptoren voor epo?
A
in het beenmerg
B
in de bijnieren
C
in de lever
D
in de nieren

Slide 8 - Quiz

Wat leer je vandaag..
Je kunt de functie van een reflex en een reflexboog beschrijven. 

Je kunt de werking van het autonome zenuwstelsel beschrijven. 

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag: lees 5.4
Reflexen en het autonome zenuwstelsel

10 min. in stilte

Slide 10 - Diapositive

Bewuste reacties

  • animale zenuwstelsel
  • vanuit bewegingscentra grote hersenen
  • via motorische zenuwcellen
  • naar skeletspier
Normale route:
  1. Zintuig
  2. Sensorische zenuwcel > ruggenmerg
  3.  Schakelcellen > hersenen
  4. Schakelcellen > ruggenmerg
  5. Motorische zenuwcel

Slide 11 - Diapositive

Reflexen
  • animale zenuwstelsel
  • onbewust 
  • geen impulsen naar grote hersenen
  • snel
  • functie = overleven

bv: pupilreflex, terugtrekreflex, slikreflex, hoestreflex, zuigreflex

Slide 12 - Diapositive

Onderdelen zenuwstelsel
Gebruik BINAS 88B
Je wist al:
Zenuwstelsel bestaat uit:
- centraal
- perifeer

Indeling op plaats in het lichaam


Slide 13 - Diapositive

indeling op functie: 

Animale zenuwstelsel

Bewuste reacties 
maar ook reflexen.
Indeling op functie:

Autonome zenuwstelsel

Onbewuste processen
werking van organen

Slide 14 - Diapositive

Autonome zenuwstelsel

Autonome te verdelen in:
- actief zijn (ortho-)
- rust en herstel (para-)

Ieder orgaan wordt aangestuurd door 2 zenuwen, meest actieve bepaald
BINAS 88L

Slide 15 - Diapositive

In welk deel van de hersenen ligt het centrum dat de hartslagfrequentie regelt en via welk deel van het autonome zenuwstelsel wordt de hartslag verlaagd?
A
Hersenstam - orthosympatisch
B
Hersenstam - parasympathisch
C
Kleine hersenen - orthosympatisch
D
Kleine hersenen - parasympatisch

Slide 16 - Quiz

Dubbele innervatie
Elk doelwitorgaan: hart, ademhalingsspieren, darmen, maag, nieren, speekselklier, pupil, blaas, voortplantingsorganen 
 
is dubbel geïnnerveerd:
  • Orthosympatische zenuw
  • Parasympatische zenuw



Slide 17 - Diapositive