Les 1 - Introductie Democratische Rechtsstaat

Geschiedenis van de Democratische Rechtsstaat in Nederland
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis van de Democratische Rechtsstaat in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Themakatern: Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland

Hoofdvraag: Hoe zijn in Nederland (vanaf 1780) een rechtsstaat en een parlementaire democratie ontstaan? 

Slide 2 - Diapositive

De regering bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Alle ministers en staatssecretarissen
C
Alle ministers en de koning
D
Het parlement en het kabinet

Slide 3 - Quiz

Het kabinet bestaat uit
A
Ministers en staatssecretarissen
B
Ministers en minister-president
C
Minister-president en vice-premiers
D
Ministers, staats-secretarissen en koning

Slide 4 - Quiz

Het parlement bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Tweede Kamer
D
Kabinet

Slide 5 - Quiz

Een koninkrijk met een grondwet wordt ook wel ... genoemd
A
Monarchie
B
Dictatuur
C
Republiek
D
Constitutionele monarchie

Slide 6 - Quiz

Het Nederlands staatshoofd is
A
de minister-president
B
de koning
C
de president
D
de voorzitter van de Tweede Kamer

Slide 7 - Quiz

Lesdoel
Aan het einde van de les:
  • Heb je een beter idee van de reikwijdte van het onderwerp 
  • Weet je wat een democratische rechtsstaat is en kun je dit uitleggen

Slide 8 - Diapositive

Wat is een rechtsstaat?

Slide 9 - Carte mentale

Rechtsstaat - grondbeginselen
  1. Regels voor burgers én overheid (vastgelegd in grondwet)
  2. Iedereen is gelijk voor de wet
  3. Iedereen kan zich beroepen op de wet d.m.v. onafhankelijke rechtspraak
  4. Scheiding der machten
  5. Overheid legt verantwoording af voor beleid  aan de volksvertegenwoordiging (parlement)

Slide 10 - Diapositive

Een rechtsstaat is een staat waarin vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burger heel belangrijk zijn. 
 De rechten van de burger worden tegen medeburgers én tegen de overheid door de wet.
Uitgangspunten
  1. De grondrechten,
  2.  De scheiding der machten, 
  3. Het legaliteitsbeginsel en 
  4. Onafhankelijke rechtspraak
Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel gaat over twee dingen: ten eerste moet alles wat de overheid doet, gebaseerd zijn op de wet. Ten tweede mogen (de meeste) nieuwe wetten niet met terugwerkende kracht worden toegepast.

Slide 11 - Diapositive

Grondwet
De grondwet is de basis van alle andere wetten. In de grondwet staan onder andere de regels waar mensen zich aan moeten houden. De eerste regel in de grondwet: ''Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.''

kenmerken:
  • Is op iedereen van toepassing
  • Moeilijk om aan te passen
  • Grondrechten 



Slide 12 - Diapositive

Artikel 1 Grondwet
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

https://www.denederlandsegrondwet.nl/

Slide 13 - Diapositive

Grondrechten
Klassieke grondrechten: rechten die de burgers beschermen tegen de overheid -->vrijheidsrechten en politieke rechten

Sociale grondrechten (v.a. 1983): leggen opdrachten voor de overheid vast om voorzieningen te treffen voor het maatschappelijk functioneren van de burger, (dus plichten van de overheid) bijv. over zorg, welzijn, arbeid en onderwijs

Slide 14 - Diapositive

Wat is een democratie?

Slide 15 - Carte mentale

Parlementaire democratie

Slide 16 - Diapositive

Parlementaire democratie
democratie: regering door het volk 
parlement: volksvertegenwoordiging 

democratie die uitgeoefend wordt via het parlement --> indirecte democratie

Slide 17 - Diapositive

Ontwikkeling parlementaire rechtsstaat & democratie
1.1 Tijdvak 4
1.2 Tijdvak 5
1.3 Tijdvak 6
1.4 Tijdvak 7
2.1  Tijdvak 8
2.2 Tijdvak 9
2.3 Tijdvak 10



Slide 18 - Diapositive

Wat denk je van dit nieuwe onderwerp?
A
Saai
B
Interessant
C
Moeilijk
D
Goed te doen

Slide 19 - Quiz

Noem een studie waarbij je dit onderwerp zeker tegenkomt.

Slide 20 - Carte mentale