4V Les 6

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

4V Les 6

Planning

Anaconda Freek Vonk

Organen

Stamboom en cladogram (4.6)

Moeilijke toetsonderwerpen?

4.6: 86, 88, 91, 93 

Voor de bio toets haal ik deze toetsweek een:

010

Herhaling: hoe?

Week 10

Maandag vragen mee uit boek H1/H6

Via teams vandaag/vrijdag moeilijke onderwerpen laten weten

Donderdag oefentoets + bespreken?

4.6: Onderzoek naar Evolutie

De Evolutietheorie

Leerdoelen

• Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen in anatomie van mens/dier
• Je kunt enkele onderzoeksmethoden naar evolutie uitleggen (Freek Vonk)
• Je kunt een stambom en een cladogram aflezen en construeren

(.........) organen

rudimentaire organen

(.........) organen

overeenkomstige vorm door verwantschap, de functie kan verschillen

homologe organen

overeenkomstige vorm door verwantschap, de functie kan verschillen

Dit zijn analoge organen: zijn niet ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.

Dit zijn (.........): zijn niet ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.

Cladogram

• Een clade: Groep organismen die een uniek homoloog kenmerk delen.
  
• Cladogram: evolutionaire stamboom die berust op vormen van clades
  
• Onderzoekers bestuderen DNA en andere eigenschappen van de organismen
  

Stamboom lat ook een tijdsaspect zien (hoeft niet perse bij cladogram)

Zijn de voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen? Leg uit

Zijn de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg homologe of analoge organen? Leg uit

Leg uit hoe het vergelijken van anatomie
een bewijs kan zijn voor... 1) het bestaan van verwantschap, 2) evolutie.

Verwantschap kan onderzocht worden door te kijken of de cellen van twee dieren RNA bevatten. Dan onderzoeken we evolutie op basis van:

1. Anatomie
2. Uiterlijk
3. Biochemie

Analoge organen hebben eenzelfde vorm en functie, maar berust niet op verwantschap.

1. Juist
2. Onjuist

De endosymbiosetheorie roept bij veel wetenschappers nog vragen op. Er zijn tot nu toe geen fossielen van deze eerste organismen aangetroffen die als bewijs voor deze theorie kunnen dienen. Waardoor zijn deze fossielen niet voorhanden?

1. De fossielen van deze organismen liggen te diep in de aarde.
2. Deze organismen hadden geen harde delen.
3. Deze organismen zijn te klein om fossielen te vormen.
4. Het is te lang geleden dat deze organismen hebben geleefd.

Is de Gibbon meer verwant aan de Orang-Oetan of aan de Gorilla?

1. Aan de gorilla
2. Aan de orang-oetan

TEA 3

H1:Inleiding in de biologie, §1 t/m 6 

H4: Evolutie, §1, 2, 3, 5, 6

Tip: www.studeersnel.nl

Evolutievragen

(1) Altijd toevallige mutatie (1 pt)

(2) Die specifieke situatie voordeel (1 pt)

(3) Daardoor voortplanten en genen doorgeven (1 pt)

Huiswerk

4.6: 86, 88, 91, 93 af

Teams bericht / mail: welke opdrachten nog bespreken

Week 10: ma & do toetsvoorbereiding