Inspelen op innovaties - examentraining

• Keuzedelen
• MBO
• Studiejaar 3,4

Inspelen op innovaties

Examentraining

Het examen gaat

Het examen gaat voornamelijk over jou en wat jij hebt gedaan bij je leerbedrijf

Zorg dat je je gemaakte (praktijk)opdrachten kent!

Praktijkopdracht 2: interview van medewerker. Interview over 4 innovaties die hebben plaatsgevonden in het bedrijf.

Praktijkopdracht 3, opdracht 2, vraag 5 t/m 10. Reflecteren op je eigen handelen, adhv STARR methode.

Praktijkopdracht 4, opdracht 1, vraag 1 t/m 5. Welke kwaliteiten bezit jij.

Praktijkopdracht 5, vraag 1 t/m 4, Persoonlijk ontwikkelplan, in navolging op verbeterpunten uit praktijkopdracht 4.

Praktijkopdracht 7, vraagt 1 t/m 4, innovaties en hoe je die ‘aan de man’ brengt.

Praktijkopdracht 10, SWOT-analyse, kijken naar hoe je met de sterktes kan inspelen op innovaties.

Praktijkopdracht 11, vraag 1 t/m 6, een productinnovatie bedenken voor je leerbedrijf.

Wanneer is iets een innovatie?

antwoord: 

vernieuwend, nuttig, verbetering, bespaart tijd/ geld, 

men wordt er gezonder, vrolijker, slimmer van

Welke vaardigheden heb je nodig om met veranderingen/ innovaties om te gaan?

Antwoord: 

Aanpassingsvermogen

Creativiteit

Inlevingsvermogen

Snel schakelen

Loyaal aan je bedrijf

Wat is jouw belangrijkste ontwikkelpunt? En hoe ga je dit punt aanpakken?

Was praktijkopdracht 7, POP

Welke innovatie heb je bedacht voor jouw leerbedrijf?

Bedrijfsdoelen en innoveren

Om te kunnen innoveren is het belangrijk om eerst te weten waar de kansen en mogelijkheden zitten binnen het bedrijf. 

Welke invloed heeft jouw innovatie op de sterktes of zwaktes van je leerbedrijf?

Zelfreflectie 

Je omschrijft de situatie -> wat, wie, waar, wanneer? 

Je onderzoekt je gedrag -> wat deed, zei en voelde je? 

Je achterhaalt je motieven of overtuigingen -> vanuit welke overtuiging heb je dit gedaan?

Je kijkt naar wie bent -> passen deze overtuigingen bij mijn identiteit?

Je verandert ongewenste overtuigingen -> vervang de negatieve overtuiging voor een andere overtuiging

Je vervangt ongewenst gedrag -> Aan de hand van je (nieuwe) overtuiging kun je nieuw gedrag bedenken

Welke reflectiemethodes hebben we besproken (staan in het boek)?

Antwoord: 

PDCA-cyclus

STARR-methode

Reflectiemethode: STARR-methode

.

Reflectiemethode: PDCA-cyclus

Omschrijf een situatie (a.d.h.v. STARR) in je leerbedrijf waarbij je om moest gaan een verandering

Feedback

Gaat over gedrag dat je kan veranderen

Feedback kan je geven op: 

- Positief gedrag -> gedrag dat je waardeert, zodat het vaker voorkomt

- Negatief gedrag -> gedrag dat je niet waardeert, zodat de ander weet dat jij zijn gedrag vervelend vindt en hij er voor kan kiezen om zijn gedrag aan te passen

Let op: kritiek is iets anders dan feedback

Welke feedbackmethodes hebben we besproken (staan in het boek)?

antwoord: 

Hamburg model

4G

Feedbackmethode: Hamburger

Gebruik geen 'maar' na positieve feedback! 

Dat doet afbreuk aan de compliment. 

Feedbackmethode: 4G

Omschrijf een situatie waarin jij feedback hebt gekregen. Hoe reageerde je?

De volgende dia is een video. 

Na deze video moet je feedback geven aan Annette, vanuit het oogpunt van Ria. 

Geef feedback aan Annette aan de hand van de 4G-methode, vanuit Ria's oogpunt.

Annette is degene die het feest organiseert.