Blok 2 week 2 deel 2 kaas uienbrood


Kaas uienbrood
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Kaas uienbrood

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de hoofdingredienten van brood?

Slide 3 - Question ouverte

Noem de 4 stappen van brood maken in de juiste volgorde

Slide 4 - Question ouverte

lesdoelen
  • Je kan deeg tot een deegbal kneden en een vliesje trekken
  • Je weet het verschil tussen grootbrood en kleinbrood

Slide 5 - Diapositive

Groot brood
Weegt meer dan 100 gram per stuk
Weegt gemiddeld 800 gram



Klein brood
Weegt minder dan 100 gram per stuk


Slide 6 - Diapositive

theorie brood
Rijzen = het volume van het brooddeeg neemt toe 
  • Er komt lucht in het deeg
  • het deeg wordt groter
  • door middel van een rijsmiddel (gist)

Slide 7 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdracht 1, 2 en 3

Slide 8 - Diapositive

vaktaal
Groot brood= brood dat meer dan 100 gram weegt
Klein brood= brood dat minder dan 100 gram weegt
Verticaal= Boven naar beneden
Bestuiven= klein beetje bloem op de werkbank doen
Papje=

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

voorbereiding
1. Keuken hygienisch schoon maken
2. Materialen verzamelen
2. Ingredienten verzamelen

Slide 11 - Diapositive

Voorbereiding koken
1. Handen wassen 20 sec.
2. Koksbuis aantrekken
3. Haarnetje op
4. Emmer met sop 
5. Werkbank schoonmaken

Slide 12 - Diapositive

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 13 - Diapositive

materialen
Deegkrabber
Groene snijplank
Koksmes
Deegroller

Slide 14 - Diapositive

Ingredienten
700 gram bloem
10 gram zout
1 zakje gram gist
400 ml lauwwarm water
3 uien
150 gram geraspte kaas

Slide 15 - Diapositive

uitvoeren
je gaat nu het kaas uienbrood maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 16 - Diapositive

Stap 1
Verwarm de oven voor op 200 C

Slide 17 - Diapositive

Stap 2
Stort de bloem op je werkbank

Maak een cirkel van de bloem

Slide 18 - Diapositive

Stap 3
In de cirkel: water en gist

Buiten de cirkel: zout
Water
Gist
Zout

Slide 19 - Diapositive

Stap 4
Draai rondjes in de cirkel en neem steeds wat bloem mee

Slide 20 - Diapositive

Stap 5 
Er ontstaat een papje

Ga door zodat er een deeg ontstaat

Kneed het deeg 10 minuten

Slide 21 - Diapositive

Stap 6
Dek het deeg af met folie

Laat 30 minuten rijzen

Slide 22 - Diapositive

Stap 7
Snijd de uien verticaal door

Verwijder de schil

Snijd de uien in dunne ringen

Slide 23 - Diapositive

Stap 8
Verdeel het brooddeeg in 2 gelijke stukken

Gebruik de weegschaal

Slide 24 - Diapositive

Stap 9
Bestuif de werkbank met een beetje bloem

Rol het deeg uit tot een lange lap en leg deze op het bakpapier

Laat even rusten

Slide 25 - Diapositive

Stap 10
Beleg het deeg met uien

Bestrooi het deeg met geraspte kaas

Slide 26 - Diapositive

Stap 11
Bak het kaas uienbrood in 25 minuten af in de oven

Serveer lauwwarm

Eet smakelijk!

Slide 27 - Diapositive

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 28 - Diapositive

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 31 - Diapositive

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 32 - Diapositive

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 33 - Diapositive

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 34 - Diapositive

Maak een foto van het resultaat

Slide 35 - Question ouverte

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 36 - Quiz

Wat betekent de werkbank bestuiven?

Slide 37 - Question ouverte

Groot brood weegt altijd 800 gram
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 39 - Question ouverte