Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 3 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 6 zwangerschap en geboorte
Slide 1 - Diapositive
geboorte
Slide 2 - Carte mentale
ZWANGERSCHAP
Slide 3 - Diapositive
Bevruchting
Na de bevruchting nesteld een groepje cellen zich in.
Er vindt dan geen menstruatie meer plaats. De vrouw is dan zwanger. Het groepje cellen gaat zich dan delen en heet dan een embryo, het baarmoederslijmvlies zorg dan voor voeding.
Slide 4 - Diapositive
Innesteling
De bevruchte eicel gaat zich meteen een aantal keren delen. Na een tijdje ontstaat er een klompje cellen. Dit klompje cellen wordt door de eilleider vervoerd naar de baarmoeder.
Slide 5 - Diapositive
De wand van de baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren. Aan de binnenkant zit slijmvlies. In dit slijmvlies kan het klompje cellen vastgroeien. Dit noemen we innesteling. Je bent dan zwanger.
Slide 6 - Diapositive
Wat gebeurt er na een succesvolle bevruchting?
A
De bevruchte eicel wordt een embryo en nestelt zich in de baarmoederwand
B
De bevruchte eicel deelt zich niet en sterft af
C
De bevruchte eicel wordt uitgestoten via de menstruatiecyclus
D
De bevruchte eicel blijft in de eileider en ontwikkelt zich daar
Slide 7 - Quiz
Zwangerschap
Slide 8 - Diapositive
Embryo
Het kind groeit in de baarmoeder. De eerste weken noem je het een embryo. Vanaf de 8ste week noem je het een foetus. Na de geboorte noem je het een baby. Na 9 maanden is er uit een embryo een compleet kindje ontstaan.
Slide 9 - Diapositive
Wat is een embryo?
A
Een ziekte
B
Een ongeboren dier of mens in de eerste weken van de zwangerschap
C
Een soort medicijn
D
Een volledig ontwikkeld dier of mens
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Zwangerschap
Slide 12 - Diapositive
Zwangerschap
Slide 13 - Diapositive
Geboorte
Ontsluiting
Vliezen breken
Persweeen
Uitdrijving
Nageboorte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Na de geboorte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Tijdens de zwangerschap treden geen menstruaties op.
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Een zwangerschap duurt ..... maanden?
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 19 - Quiz
Bij welke week in je zwangerschap wordt een embryo een foetus?
A
11
B
12
C
38
D
40
Slide 20 - Quiz
Waarmee eindigt een bevalling?
A
uitdrijving
B
nageboorte
C
ontsluiting
Slide 21 - Quiz
wat gebeurt er tijdens dag 1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling
Slide 22 - Quiz
In welke fase van de bevalling starten de weeën?
A
Uitdrijving
B
Ontsluiting
C
Nageboorte
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
exit ticket: Hoe noem je de vrucht de eerste 8 weken van een zwangerschap.
Slide 25 - Question ouverte
exit ticket: Hoe noem je de fase waarmee de bevalling eindigt.