brutowinst als % van de nettoverkoopprijs

inkoopprijs + brutowinst- verkoopprijs
Brutowinst als % van de verkoopprijs
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

inkoopprijs + brutowinst- verkoopprijs
Brutowinst als % van de verkoopprijs

Slide 1 - Diapositive

Een product heeft een inkoopprijs van
€ 14,-. De winkelier wil een brutowinst maken van
€ 6,-. Hoeveel bedraagt de verkoopprijs?
A
€8,-
B
€ 20,-

Slide 2 - Quiz

Een winkelier betaald inkoop € 7,- voor zijn product. Hij wil een brutowinst maken van 20% van de inkoopprijs.
Bereken de verkoopprijs.

Slide 3 - Question ouverte

Een winkelier hanteert een brutowinst van 25% van de inkoopprijs. De inkoopprijs is € 16,-. Hoeveel bedraagt de brutowinst?
A
€ 20,-
B
€ 4,-

Slide 4 - Quiz

Brutowinst
Hoe bereken ik de brutowinst?
De inkoopprijs is dus het uitgangspunt voor de berekening van de uiteindelijke consumentenprijs. Het volgende rijtje is van toepassing:





Inkoopprijs
Brutowinst             +
Nettoverkoopprijs

Slide 5 - Diapositive

Brutowinst
Dit percentage kan op 2 manieren worden uitgedrukt:

1. als percentage van de inkoopprijs
2. als percentage van de nettoverkoopprijs

Slide 6 - Diapositive

Brutowinst
We gaan vandaag aan de slag met manier 2:
                      Brutowinst als percentage van de nettoverkoopprijs. 
 Stel: de winkelier stelt vast dat zijn brutowinst 20% is van zijn nettoverkoopprijs. De inkoopprijs is € 8,-. Bereken de nettoverkoopprijs.

1. Wat betekent de blauwe pijl? 
2. Waarom staat deze er?
3. hoe komt het dat de inkoopprijs 80%  is?

Slide 7 - Diapositive

De inkoopprijs van een laptop is € 350,- De winkelier rekent met een winst van 30% van de nettoverkoopprijs. Hoeveel bedraagt de nettoverkoopprijs?

Slide 8 - Question ouverte

Antwoord en berekening:
De brutowinst is 30% van de verkoopprijs, dus de verkoopprijs is 100%. Blijft er 70% over voor de inkoopprijs.
€ 350 / 70 x 100

Slide 9 - Diapositive

Een tube tandpasta heeft als inkoopprijs € 1,70. De winkelier wil een brutowinst maken van 45% van de nettoverkoopprijs. Bereken de nettoverkoopprijs.

Slide 10 - Question ouverte

Antwoorden en berekening
De brutowinst is 45% van de verkoopprijs, dus de verkoopprijs is 100%. Blijft er 55% over voor de inkoopprijs.
€ 1,70 / 55 x 100

Slide 11 - Diapositive

Brutowinst als percentage van de inkoopprijs


Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
De inkoopprijs van een product is € 2-. De winkelier rekent met een brutowinst van 20% van de inkoopprijs. Bereken de nettoverkoopprijs.
De brutowinst is een percentage van de inkoopprijs. Dus: de inkoopprijs is 100%. Dat betekent dat de verkoopprijs 120% is. 

Berekening: € 2,- : 100 x 120
De inkoopprijs van een product is € 2-. De winkelier rekent met een brutowinst van 20% van de verkoopprijs. Bereken de nettoverkoopprijs.
De brutowinst is een percentage van de verkoopprijs. Dus: de verkoopprijs is 100%. Dat betekent dat er 80% overblijft voor de inkoopprijs.

Berekening: € 2,- : 80 x 100

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Maak hoofdstuk 5 van de reader (vanaf bladzijde 9)

Tip: Gebruik het rijtje! 

Slide 13 - Diapositive

Evaluatie
Lesdoelen:

  • Wat de brutowinst is
  • Hoe je brutowinst van de nettoverkoopprijs berekent
  • Hoe je van inkoopprijs naar netto-verkoopprijs rekent

Slide 14 - Diapositive