Thema 5.4 zenuwstelsel

5.4 Het zenuwstelsel
Op tafel:
laptop (lessonup opgestart)
Boek B blz. 110 

Telefoon in telefoontas
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.4 Het zenuwstelsel
Op tafel:
laptop (lessonup opgestart)
Boek B blz. 110 

Telefoon in telefoontas

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kunt de bouw en functies van drie typen zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
  • Je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 3 - Diapositive

De bouw van het zenuwstelsel
  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg
  • Zenuwen verbinden CZ met alle lichaamsdelen

Slide 4 - Diapositive

De werking van het zenuwstelsel
  • Een prikkel wordt opgevangen door je zintuigcellen
  • Impulsen worden via zenuwen naar je hersenen geleid
  • Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
  • Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren

Slide 5 - Diapositive

Zenuwcellen
Zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Zenuwcel: cellichaam en uitlopers

Slide 6 - Diapositive

Zenuwcellen
  • Cellichaam: celkern, ligt in of vlakbij CZ
  • Uitlopers geleiden impulsen van of naar cellichaam
  • Uitlopers kunnen heel lang zijn!

Slide 7 - Diapositive

Zenuwen
Uitlopers liggen samen in een zenuw met een dun laagje tussen de uitlopers

Uitlopers kunnen tegelijk impulsen geleiden


Slide 8 - Diapositive

Zenuwen
  • Delen van hoofd en hals zijn direct verbonden met de hersenen
  • Romp en ledematen zijn door zenuwen in het ruggenmerg verbonden met de hersenen
  • Ruggenmerg is omgeven door wervels

Slide 9 - Diapositive

 Typen zenuwcellen
Drie typen zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcellen
  • Schakelcellen 
  • Bewegingszenuwcellen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


= de weg die de impulsen afleggen bij een reflex.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Bij de voetzoolreflex krullen bij een baby de tenen om wanneer je op de voetzool drukt.

Beschrijf de reflexboog waarlangs de impulsen worden voort geleid bij de voetzoolreflex.

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig werken VWO



Hoe: Individueel
Hulp: De tekst
Tijd: 5 min in stilte, daarna  mag je zachtjes overleggen
Klaar: 1. Lezen 5.4
             2. Maken opdr. 5.4 (1, 2, 3, 4, 7) of ander hw
            

timer
5:00
Vak
Opdracht
Bio
Maak opdrachten in online boek:
5.3: 1 t/m 7 (blz. 109)

Slide 14 - Diapositive