spellingquiz

De regel van 't exkofschip is voor
A
spelling van werkwoorden in VT
B
spelling van werkwoorden in TT
C
spelling van zelfstandige naamwoorden
D
spelling van alle woorden
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De regel van 't exkofschip is voor
A
spelling van werkwoorden in VT
B
spelling van werkwoorden in TT
C
spelling van zelfstandige naamwoorden
D
spelling van alle woorden

Slide 1 - Quiz

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 2 - Quiz

(vinden) Ik ... spelling erg lastig.
A
vint
B
vind
C
vindt

Slide 3 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 4 - Quiz

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 5 - Quiz

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind

Slide 6 - Quiz

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 7 - Quiz

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 8 - Quiz

werkwoordspelling
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 9 - Quiz

Werkwoordspelling

Ik vind(en) het geweldig dat jij je aanmeld(en) om oudjes te helpen.
A
vind/aanmeld
B
vindt/aanmeldt
C
vindt/aanmeld
D
vind/aanmeldt

Slide 10 - Quiz

De (hout) tafel
A
houte
B
houten

Slide 11 - Quiz

Het (plastic) speelgoed
A
plastic
B
plasticen

Slide 12 - Quiz

Meervoud van dominee is?
A
dominees
B
dominee's

Slide 13 - Quiz

13. Meervoud van bacterie.
A
Bacteriën
B
Bacterieën

Slide 14 - Quiz

Meervoud van menu
A
menus
B
menuus
C
menu's

Slide 15 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garages
B
garage's

Slide 16 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 17 - Quiz

Meervoud van porie
A
poriën
B
porieën

Slide 18 - Quiz

meervoud van idee
A
ideën
B
ideeën
C
ideëen

Slide 19 - Quiz

Samenstellingen schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste samenstelling
A
Kippenhok
B
Kippehok

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste samenstelling
A
Aspergesoep
B
Aspergensoep

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste samenstelling
A
Zonnescherm
B
Zonnenscherm

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 24 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling:

verrassing+aanval
A
verrassingsaanval
B
verrassingaanval

Slide 25 - Quiz