Tijdvak 8 8.1 De Industriële revolutie (deel 1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

In de achttiende eeuw vindt een uitbouw van de Europese expansie plaats.
2p 12 Leg uit welk verband er bestaat tussen de uitbouw van de Europese expansie en de trans-Atlantische slavenhandel. (2010 I VWO)

Burgers en stoommachines

Wat heeft deze afbeelding te maken met de industriële revolutie?

Wat wordt bedoeld met de zin: de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

Oriëntatie

Tijdvak 7 ging tot 1815 (Congres van Wenen)

Einde aan de periode van het absolutisme  Gevolg  Opkomst van de burgers

We gaan dit hoofdstuk eerst een stukje terug in de tijd naar het begin van de Industriële Revolutie.

Gevolgen Industriële Revolutie;

1. Groei economische macht burgerij (en daarmee groter onderscheid ten opzichte van de arbeiders)

2. Opkomst Modern Imperialisme

3. Opkomst van de –ismes; Nationalisme (denk aan Duitsland), socialisme en liberalisme

4. Strijd om politieke invloed en emancipatie.

5. De sociale kwestie

Inleiding

+/- 1750: 2 belangrijke gebeurtenissen (m.n. GB):

Landbouwrevolutie

Bevolkingsgroei

Gevolg: meer werk nodig!

Gevolgen:

uitbreiding huisnijverheid (cottage industry)

komst van de eerste fabrieken (cotton mills)

Oorzaken Industriële Revolutie

• Basis ligt in agrarische revolutie!
• 1500 - 1600  gemeenschappelijke gronden om vee te laten grazen
• Vanaf 1600  grond komt in handen van grootgrondbezitters  zetten muurtjes of heggen om hun land -> enclosures
• Daarnaast : Nieuwe landbouwgewassen uit Azië en Amerika
• Boeren gingen niet meer alleen voor zichzelf produceren maar vooral voor de mark
• Gevolg: Verbeterde landbouwmethodes
• + Nieuwe landbouwmachines (zoals de Seed Drill op de volgende pagina)

Van agrarische naar industriële revolutie

• Ontwikkelingen in de landbouw leidde tot de landbouwrevolutie

Minder boeren nodig om meer voedsel te produceren

Meer voedsel --> meer bevolking

Meer bevolking --> meer vraag naar kleren

• Er was meer wol nodig, dus sneller spinnen en sneller weven.
• Nieuwe uitvindingen kwamen, zoals de schietspoel, de spinning jenny.
• Om het sneller te laten gaan, aandrijving door waterrad en later door stoomkracht.
• Eerste machines, werden te groot voor thuis  eerste mills opgericht

Industriële samenleving

Fabrieken werden in het begin langs rivieren gebouwd

Later bij elkaar (dankzij stoommachines). Alle mensen gingen hier in de buurt wonen.

Dorpjes werden steden  dorpsleven in de stad.

Urbanisatie

De hele samenleving werd mechanisch  denk aan de wereldtentoonstellingen.

Transportrevolutie

Transportrevolutie en agrarische revolutie dragen bij aan de industriële revolutie

Transportrevolutie (1790-nu)

1790 Begin aanleg kanalen in Engeland

1809 Eerste stoomboot

1814 Eerste stoomlocomotief

1830 Eerste spoorweg tussen steden

  (Liverpool en Manchester)

Goedkoop en snel vervoeren van mensen,

grondstoffen en eindproducten