6.3. Geschiedenis VWO

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

'Parlementaire Democratie'

6.3. Geschiedenis 

Parlementaire Democratie

Het volk kiest bij verkiezingen de

volksvertegenwoordiging die de wetten maakt

Voor 1500

Kleinere en grotere vorstendommen met één baas

Vanaf 1500

Macht moest steeds meer gedeeld worden met de adel, hogere burgerij en uiteindelijk het 'gewone volk'

00:48

Hoe reageert Rutte?

1. "Ik heb een fout gemaakt"
2. "De koning heeft dit niet slim aangepakt"
3. "De koning had niet mogen gaan"
4. "Niks aan de hand"

01:05

Waarom is deze vakantie van de koning de fout van Rutte?

1. Zijn persconferentie over niet reizen was niet duidelijk genoeg
2. Rutte is het hoofd van de regering
3. De minister-president is verantwoordelijk voor de koning
4. De koning kon niet weten dat reizen onverstandig was

Johan Rudolph Thorbecke was voorzitter van de commissie die in 1848 enkele belangrijke veranderingen 

in de Grondwet doorvoerde: ministeriële verantwoordelijkheid en censuskiesrecht. 

Hierna komt een artikel en een vraag hierover. 

1. voor 1848 had de koning veel macht
2. Na 1848 heeft het parlement de macht

1. stelling 1 en 2 zijn fout
2. stelling 1 is fout en 2 is goed
3. stelling 1 en 2 zijn goed
4. stelling 1 is goed en 2 is fout

Wat wordt Nederland in 1848?

1. Een constitutionele monarchie
2. Een parlementaire democratie
3. Een totalitaire staat
4. Een federale republiek

1848: mannen boven de 25 jaar die een bepaald percentage aan belasting mogen betalen.

1. Censuskiesrecht
2. Algemeen kiesrecht
3. Ministriële Verantwoordelijkheid
4. Parlementaire democratie

De invoering van de ministriële verantwoordelijkheid gaf meer/minder macht aan de koning?

1. MEER
2. MINDER