Congruentie 2

congruentie
(zelfstandig) naamwoord en bijvoeglijk naamwoord/voornaamwoord
hebben dezelfde
-naamval
-getal
-geslacht
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

congruentie
(zelfstandig) naamwoord en bijvoeglijk naamwoord/voornaamwoord
hebben dezelfde
-naamval
-getal
-geslacht

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

let op:
Se  komt ook voor in een (relatieve) bijzin binnen een ACI als lijdend vw: 
dixit ..... esse, qui se indicem manibus suis discerpturi essent.
(Livius AUC (XXXIX 13 122)

Slide 5 - Diapositive

let op:
sibi (aan/voor) zich (zelf) komt ook voor in ACI, als het betrekking heeft op het onderwerp van de hoofdzin: 
puella dicit eum sibi panem dedisse.

Bono animo esse iubere eam consul, et sibi curae fore dicere ut Romae tuto habitaret.  (Livius AUC XXXIX 13 125)


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

congrueert huic patre
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

congrueert quibus equis
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

congrueert hae puella
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

congrueert cuius puellae
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

congrueert quod nomen
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

congrueert cui patri
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

congrueert quem puerum
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz