Wk 49 2 modal verbs B2J

Goodmorning B2J! 
Today's plan:
  • Present perfect revision
  • Reading practice
  • Lesson 4: Modal verbs
  • voorleesbeurten
  • work on weekly task


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ArabischMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goodmorning B2J! 
Today's plan:
  • Present perfect revision
  • Reading practice
  • Lesson 4: Modal verbs
  • voorleesbeurten
  • work on weekly task


Slide 1 - Diapositive

Present Perfect
Last week we talked about the present perfect.

Talk to a classmate and write down 3 things you remember about it. 
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Reading practice
Read: Rules and regulations at Cranbrook sheep farm 
on page 107 and do exercise 6a and b. 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Grammar: modal verbs

Slide 4 - Diapositive

What are modal verbs?
Modal verbs zijn hulpwerkwoorden

Kenmerken:
- ze staan altijd samen met een ander w.w. in de zin
- ze veranderen niet van vorm
- Je mag ze vóóraan zetten om een vraag te maken

Slide 5 - Diapositive

1. can
  • Can = kunnen of mogen
  • Achter can komt altijd het hele w.w.
  • Can kun je alleen in de present simple gebruiken.

Sarah can play the piano really well. 
Ms Jones said that I can hand in the assignment later. 

Slide 6 - Diapositive

Negative
Can has 2 negative forms: can't and cannot (let op: geen spatie!) Meestal gebruik je can't. 
Can you come to my house on Saturday?
No, I can't. 
I cannot believe he told you that!


Slide 7 - Diapositive

2. Could
  • Could = de verleden tijd van can
  • Could is ook een beleefdsheidsvorm (zou kunnen/zou mogen)
  • Je spreekt de -l niet uit 

Could you please help me with that? 
There was nothing we could do about it. 

Slide 8 - Diapositive

3. to be able to
  • To be able to = kunnen/in staat zijn om
  • De vorm van to be moet je aanpassen aan de zin.
  • daardoor kun je het in alle tijden gebruiken

I won't be able to make it on time tonight. 
She wasn't able to walk after the accident. 
I have never been able to do a backflip. 

Slide 9 - Diapositive

4. To be allowed to
  • To be allowed to = mogen/toestemming krijgen/toestaan
  • De vorm van to be moet je aanpassen aan de zin.
  • daardoor kun je het in alle tijden gebruiken

It's not allowed to smoke inside.
They weren't allowed to go out last Saturday. 
The dog is not allowed to sit on the sofa. 

Slide 10 - Diapositive

voorleesbeurten

Slide 11 - Diapositive

Work on this week's task
Monday 9 december 3rd period:
Maken: worksheet present perfect + U3 L3: ex 1, 2, 3 (blz 99-101)
+ U3 L4: ex 1 t/m 9 (blz 104 t/m 108)
Online maken: Test jezelf 3.3
Leren: irr verbs to take - to write Blz 261 + blz 126-127

Slide 12 - Diapositive