Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Les 2 Nederlands jaar 1
Slide 1 - Diapositive
Spreekdoel
Spreekdoelen die vaak voorkomen zijn:
informeren
overtuigen
instrueren
Meerdere spreekdoelen
Een presentatie bevat vaak kenmerken van verschillende spreekdoelen. Je geeft in een overtuigende presentatie bijvoorbeeld ook informatie en in een informerende presentatie kun je ook een mening geven.
Slide 2 - Diapositive
Spreekdoel
Spreekdoelen die vaak voorkomen zijn:
informeren = geef het publiek informatie over een onderwerp.
overtuigen = het publiek overtuigen van jouw standpunt.
instrueren = stapsgewijze uitleg hoe het publiek iets moet doen of gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Welk spreekdoel past bij de onderstaande situatie?
Je legt een cliënt uit waar hij/zij huursubsidie kan aanvragen.
A
overtuigen
B
amuseren
C
informeren
D
instructie geven
Slide 4 - Quiz
Welk spreekdoel past bij de onderstaande situatie?
Je vertelt een cliënt welke mogelijkheden van jeugdhulp er zijn binnen de regio.
A
overtuigen
B
amuseren
C
informeren
D
instructie geven
Slide 5 - Quiz
Afstemmen op publiek
Voordat je een presentatie geeft, bedenk je wie jouw publiek is, zodat je je taalgebruik en uitleg op hen kunt afstemmen.
Slide 6 - Diapositive
Spreekvaardigheid
Zorg voor een actieve spreekhouding en let op je stemgebruik
Slide 7 - Diapositive
Hoe laat je een actieve spreekhouding zien?
Slide 8 - Carte mentale
Actieve spreekhouding
Rechtop staan
Houd je armen ontspannen langs je lichaam.
Handgebaren als ondersteuning.
Maak oogcontact met de mensen in het publiek: Als je ziet dat het publiek je niet begrijpt, kun je daarop inspelen door je verhaal te verduidelijken.
Slide 9 - Diapositive
Wat is belangrijk bij je stemgebruik als je een presentatie geeft?
Slide 10 - Carte mentale
Stemgebruik
– Volume: Spreek niet te zacht, maar ook niet te hard.
– Articulatie: Spreek de woorden duidelijk uit.
– Spreektempo: Spreek niet te snel en gebruik af en toe een spreekpauze.
– Intonatie: Spreek niet te monotoon, maar wissel af in toonhoogte.