4TG K3 3e naamval meewerkend vw

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

3e naamval: meewerkend vw

De naamvallen

1e naamval: onderwerp

wie/wat + gezegde

3e naamval: meewerkend voorwerp

aan/voor wie?

4e naamval: lijdend voorwerp

wie/wat + onderwerp + gezegde

Aan wie heb je de foto gegeven?

Wem hast du das Foto gegeben.

Üben 1

Kies het juiste woord.

Ich gebe (u) diese Tabletten.

1. Sie
2. Ihnen

Gibst du (mij) deinen Föhn?

1. ich
2. mir
3. mich

Ich erzähle (jou) ein Geheimnis.

1. du
2. dich
3. dir

Sie geben (ons) ihre Handynummer.

1. uns
2. wir

Kannst du (hem) die Toilette zeigen?

1. er
2. ihn
3. ihm

Üben 2

Vul het juiste woord in.

Gibst du (hun) die Hand.

Ich bringe (jou) das T-Shirt mit.

Kannst du (mij) meine Haare flechten?

Sie hat (ons) das Krankenhaus gezeigt.

Packst du (hem) den Kamm in die Tasche?

Ich habe (u) auf Facebook geschrieben.