BS 13.6: Afweer

H13.6 Afweer
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H13.6 Afweer

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les: 

  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
  •  Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.

Slide 2 - Diapositive

Afweer
= de verdediging van je lichaam tegen ziekteverwekkers

Niet-specifieke afweer:
  • Huid: talg en andere bacteriën voor bescherming
  • Slijmvliezen in luchtwegen en darmkanaal
  • Maagsap
  • Witte bloedcellen sluiten bacteriën in
 

Slide 3 - Diapositive

Antistoffen
  1. Ziekteverwekker bevat antigeen op oppervlakte
  2. Witte bloedcel reageert door antistoffen te maken
  3. Antistoffen hechten op ziekte verwekker aan antigeen
  4. Ziekte verwekker is onschadelijk

Is specifiek!

Slide 4 - Diapositive

Immuun
  • Bij eerste infectie met ziekte leren witte bloedcellen de antistoffen te maken.
  • Eerste infectie: ziek
  • Tweede infectie: witte bloedcellen maken snel veel antistoffen --> je wordt niet meer ziek = immuun

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Bestrijden ziekteverwekkers
  • Bacteriën: antibiotica. Antibiotica beschadigd celwand van bacterie

  • Virussen zijn niet te bestrijden, moet je uitzieken

Slide 9 - Diapositive

 allergische reactie
Sterke reactie van immuunsysteem op lichaamsvreemde stof.

symptomen: 
  • Uitslag, Branderig gevoel, Jeuk,Ontstekingen, Opgezwollen ogen etc etc.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het verschil tussen antistoffen en antigenen?
A
Antistoffen zitten op cellen en antigenen herkennen die
B
Antigenen zitten op cellen en antistoffen herkennen die
C
Er is geen verschil: is hetzelfde maar een andere naam

Slide 11 - Quiz

antiserum
vaccin
Natuurlijke passieve immuniteit
Natuurlijke actieve immuniteit
Kunstmatige actieve immuniteit
Kunstmatige passieve immuniteit

Slide 12 - Question de remorquage

Natuurlijke actieve immuniteit
Natuurlijke passieve immuniteit
Kunstmatige actieve immuniteit
Kunstmatige passieve immuniteit
Chantal krijg een serum tegen een slangenbeet
Maria krijgt de griep.
Max krijgt een vaccinatie tegen DKTP
De baby van Sanne drinkt moedermelk

Slide 13 - Question de remorquage

Aan de bak!
Lr: Heel H12 + 13.1 t/m 13.6
Mk 13.6 opdr: 4 t/m 8

Slide 14 - Diapositive

Wat hebben we geleerd?
  1. Noem voorbeelden van delen in ons lichaam die zorgen voor niet-specifieke afweer.
  2. Wat is het verschil tussen antistoffen en antigenen?
  3. Wanneer bouw je natuurlijke immuniteit op?
  4. Welke twee soorten kunstmatige immuniteit zijn er?
  5. Hoe bestrijdt je bacteriën en virussen?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Resusfactor
  • Bij resuspositief bloed (Rh+) bevatten de rode bloedcellen de resusfactor
  • Bij resusnegatief bloed (Rh-) bevatten de rode bloedcellen de resusfactor niet
Mensen met Rh-, kunnen antiresus (= antistoffen) maken. Zij maken dit als zij in contact komen met Rh+


Slide 17 - Diapositive

Bescherming en Antistoffen ABO

Slide 18 - Diapositive

Bloedtransfusie: ABO

Slide 19 - Diapositive

Bloedtransfusie: ABO

Slide 20 - Diapositive

Bloedtransfusie: Resus

Slide 21 - Diapositive

Antilichamen
Antigenen
Anti-A
Geen
Anti-A + Anti-B
Anti-B
A
Geen
B
A + B

Slide 22 - Question de remorquage