Praten over proza

Welkom Havo 4
Jassen moeten in je kluis of op de gang

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom Havo 4
Jassen moeten in je kluis of op de gang

Slide 1 - Diapositive

Wat weten jullie nog?
Mondelinge overhoring 
Nieuw Nederlands

Slide 2 - Diapositive

Werkwijze
Op het bord verschijnt steeds een literaire term.
Je werkt in tweetallen: wat betekent deze term?
Na een minuut krijgt een duo de beurt. 

Slide 3 - Diapositive

Literair
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Literair betekent:
Wat betrekking heeft op literatuur

Slide 5 - Diapositive

Literatuur
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Literatuur:
Verzamelnaam voor fictieve teksten met een diepere laag (origineel etc.)

Slide 7 - Diapositive

Proza
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Proza:
Verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen

Slide 9 - Diapositive

Autobiografie
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

In een autobiografie beschrijft de schrijver zijn eigen leven.

Slide 11 - Diapositive

Stijl
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Stijl is de manier waarop een verhaal geschreven is.

Slide 13 - Diapositive

Fictie
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Fictie is een verzonnen verhaal (kan deels echt gebeurd zijn).

Slide 15 - Diapositive

Round character
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Een round character is een goed uitgewerkt personage. 
De hoofdpersoon is een round character en maakt een ontwikkeling door. 

Slide 17 - Diapositive

Flat character
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Een flat character is een personage over wie je minder te weten komt.

Slide 19 - Diapositive

Type
timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

Een type is een personage dat een bijrol speelt. Zijn gedachten en gevoelens spelen nauwelijks een rol.

Slide 21 - Diapositive

Conflictmodel
timer
1:00

Slide 22 - Diapositive

Evenwicht -> conflict -> ontwikkeling -> oplossing

Slide 23 - Diapositive

Perspectief
timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

Gezichtspunt (een of meerdere personages) , het beeld is altijd subjectief en dus een beetje vertekend.

Slide 25 - Diapositive

Ik-perspectief
timer
1:00

Slide 26 - Diapositive

Je leest het verhaal door de ogen van een ik-persoon.

Slide 27 - Diapositive

Personaal perspectief
timer
1:00

Slide 28 - Diapositive

Het verhaal wordt verteld in de hij/zij-vorm. Je weet de gevoelens van diegene.

Slide 29 - Diapositive

Alwetende verteller
timer
1:00

Slide 30 - Diapositive

De verteller weet alles van elk personage op elk moment, hij kent ook de afloop van het verhaal. Het verhaal wordt verteld in de hij/zij-vorm .

Slide 31 - Diapositive

Onbetrouwbaar perspectief
timer
1:00

Slide 32 - Diapositive


Er is sprake van een onbetrouwbaar perspectief als de tekst aanwijzingen bevat dat het beeld dat deze schrijver geeft, extreem vertekend , onvolledig of onjuist is.

Slide 33 - Diapositive

Setting
timer
1:00

Slide 34 - Diapositive

Setting:
Bv. plaats tijd omstandigheden: vakantie, oorlog, lente, Limburg. 

Slide 35 - Diapositive

Vertelheden
timer
1:00

Slide 36 - Diapositive

Flashback
timer
1:00

Slide 37 - Diapositive

Het vertelheden is het "nu" in het verhaal. 

Slide 38 - Diapositive

Een flashback is een terugblik, een herinnering. 

Slide 39 - Diapositive

Vertraging
timer
1:00

Slide 40 - Diapositive

De gebeurtenissen worden langzaam verteld. Bijvoorbeeld door lange beschrijvingen. 

Slide 41 - Diapositive

Concreet motief
timer
1:00

Slide 42 - Diapositive

Een concreet motief is een verhaalelement dat letterlijk voorkomt. Meestal komt het verschillende keren terug in het verhaal. Bijvoorbeeld een kleur die steeds genoemd wordt. Of een voorwerp dat steeds terugkeert. 

Slide 43 - Diapositive

Abstract motief
timer
1:00

Slide 44 - Diapositive

Een abstract motief  is een verhaalelement dat niet letterlijk terugkomt in het verhaal, maar dat je zelf moet afleiden. 
Bijvoorbeeld "oorlogstrauma" > het wordt niet letterlijk gezegd, maar je kunt het afleiden uit het gebruik van woorden die daarmee te maken hebben (deportatie, honger, gevangen)

Slide 45 - Diapositive

Thema
timer
1:00

Slide 46 - Diapositive

Een thema is waar het verhaal over gaat, zonder het te hebben over de personages of gebeurtenissen. Het thema is datgene waarop de schrijver een visie heeft of waarover hij de lezer aan het denken wil zetten. 

Slide 47 - Diapositive