Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Literaire begrippen
* Je moet ze kunnen toepassen op de gelezen boeken.
* Om het gesprek soepel te laten verlopen.
* Je vult sommige begrippen al in op je placemat.
* Je vindt ze in het informatieboekje literatuurdossier.
Slide 2 - Diapositive
Welke literaire begrippen ken je nog?
Slide 3 - Carte mentale
Wat is een personaal perspectief?
Slide 4 - Question ouverte
Welke andere perspectieven (vertelsituaties) ken je nog?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is een motto?
A
voorwoord
B
nawoord
C
motief
D
Een citaat van een schrijver of dichter
Slide 6 - Quiz
Voorbeeld vraag mondeling. Boek Het gouden ei. Bespreek de motieven van de moordenaar, Lemorne.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Vervolg literaire begrippen
Slide 9 - Diapositive
Wat is het verschil tussen autobiografisch, autobiografie en biografie?
Slide 10 - Question ouverte
Een verhaalelement, gebeurtenis of situatie die opvalt in het verhaal doordat het herhaaldelijk voorkomt of een bijzondere betekenis heeft. Hoe noem je dat?
A
onderwerp
B
motief
C
thema
Slide 11 - Quiz
Tussen het begin en eind van het verhaal verloopt een hoeveelheid tijd. Hoe noemen we dit?
A
verteltijd
B
chronologisch
C
flashback
D
vertelde tijd
Slide 12 - Quiz
Wat is het verschil tussen een karakter (round character) en een type (flat character)?
Slide 13 - Question ouverte
Voorbeeldvraag mondeling Verklaar de titel De belofte van Pisa