Week 3 les 2

Week 3 les 2
Wat heb je nodig vandaag?
- Boek 
- Schrift/blaadje

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Week 3 les 2
Wat heb je nodig vandaag?
- Boek 
- Schrift/blaadje

Slide 1 - Diapositive

Doelen
- I know how and when to use 'like / as' and 'one / ones'.




Slide 2 - Diapositive

SE week 
PW chapter 2 = in de SE week in januari
Zie kennen- en kunnenlijstje in ItsLearning, daar staan ook oefenopdrachten. 


Slide 3 - Diapositive

Grammar
Like vs as
One vs ones

Slide 4 - Diapositive

Like - net zoals
Je gebruikt like om een vergelijking met mensen, dieren en dingen te maken. Vaak gebruik je like na de werkwoorden: to look, to sound, to taste, to smell en to feel. 

VB1: That cake tastes like marshmallows.
VB2: He looks like Sheldon. 

Slide 5 - Diapositive

As - als
Je gebruikt as bij een zelfstandig naamwoord om te praten over iemand zijn rol of baan.

VB1: As your best friend, I'll always tell you the truth. De rol van deze persoon is dus jouw beste vriend.

VB2: I work as a programmer. Deze persoon zijn baan is dus programmeur. 



Slide 6 - Diapositive

As .... as - (niet)zo .... als
Je gebruikt as .... as als je twee dingen wilt vergelijken. 
Je kunt ook not as .... as gebruiken.

She is as tall as her mom. 
He is not as good at maths as I am. 

Slide 7 - Diapositive

One and ones
Je gebruikt one om te verwijzen naar iets of iemand dat/die je al eerder hebt genoemd. De meervoudsvorm hiervan is ones

Enkelvoud - one
Meervoud - ones 

Slide 8 - Diapositive

One and ones
Do you like this game or the one with the cool effects?

I like funny films and serious ones

Slide 9 - Diapositive

One and ones
Je kunt one en ones gebruiken om een zelfstandig naamwoord na which te vervangen. 

I need a new camera. Which one would you recommend? 
I like these apps. Which ones are your favorites?

Slide 10 - Diapositive

One and ones
Je gebruikt one en ones om een zelfstandig naamwoord na this, that, these en those te vervangen. 

Do you like podcasts? Yes, this one is really interesting. 
I don't know whose bike this is, but that one is mine. 

I usually don't like graphic novels, but these ones are incredible. 

Did you draw these designs? No I drew those ones

Slide 11 - Diapositive

Time to practise
Maak de volgende opdrachten:
  • I Writing and grammar opdracht 50/51/52/53ab
  • Werkblad
timer
10:00
Je mag met muziek aan werken. Let er wel op dat je jouw oortjes alleen mag verbinden met een laptop of ipad.

Slide 12 - Diapositive

Volgende week woensdag
Laatste les, we maken een oefentoets CH2

Slide 13 - Diapositive

Heb je de doelen bereikt?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 14 - Question ouverte